Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 27 mei 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, als bestuurder van een motorrijtuig (auto) dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 655 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en verdachte dit motorrijtuig heeft bestuurd zonder dat aan hem een rijbewijs was afgegeven;
hij op of omstreeks 27 mei 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, als bestuurder van een motorrijtuig (auto) dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 655 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
hij op of omstreeks 27 mei 2018 te Hoofddorp, althans in Nederland, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Rijksweg A4, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto) van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
hij op of omstreeks 27 mei 2018 te Hoofddorp, althans in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (auto) heeft gereden op de weg, de Rijksweg A4, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
hij op of omstreeks 27 mei 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meerdere ambtena(a)r(en), [verbalisant 1] , brigadier van politie Eenheid Noord-Holland en/of [verbalisant 2] , hoofdagent van politie Eenheid Noord-Holland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten (motor)surveillance, door - met (grote) kracht te rukken en trekken in een richting tegengesteld aan die, waarin die [verbalisant 1] verdachte trachtte te geleiden, - zich los proberen te werken uit de greep van die [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , - bij zijn aanhouding hevig tegen te werken, terwijl dit misdrijf en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten en (in)gescheurde en/of gekneusde (bicep)spier bij die [verbalisant 1] ten gevolge heeft gehad.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
hij op 27 mei 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, als bestuurder van een motorrijtuig (auto) dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 655 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
primair
hij op 27 mei 2018 te Hoofddorp, terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de Rijksweg A4, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto) van die categorie heeft bestuurd;
hij op 27 mei 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen ambtenaren, [verbalisant 1] , brigadier van politie Eenheid Noord-Holland en [verbalisant 2] , hoofdagent van politie Eenheid Noord-Holland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten (motor)surveillance, door
Bewijsmiddelen
27 mei 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren
[verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , doorgenummerde pagina’s 41-43.
zonder datum, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 5] , doorgenummerde pagina’s 55-57
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de verklaring van de aangever [verbalisant 1] :
Ik was op 27 mei 2018 als politieambtenaar aan het werk en bezig met de uitoefening van mijn bediening. Ik was bezig met de surveillance als bestuurder van een politiemotor. Ik was belast met verkeerstoezicht en handhaving van de openbare orde. Ik kwam ter plaatse op een parkeerterrein langs de Rijksweg A4 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer. Ik zag dat daar een personenauto op een betonblok was gebotst. Ik zag dat op de passagiersplaats van de auto een vrouw lag die niet aanspreekbaar was. Ik had de indruk dat ze zwaar letsel had opgelopen. Ik zei tegen de man die de bestuurder van de ongevalsauto was dat wij zijn moeder zouden gaan helpen. De man zei dat hij de vrouw zelf uit de auto zou halen. Ik sloot het portier. De man stapte naar voren en pakte de portiergreep vast en wilde het portier openen. Ik moest en wilde voorkomen dat de man de kennelijk zwaargewonde vrouw uit de auto zou halen, omdat bij ernstig letsel grote voorzichtigheid moet worden betracht bij het stabiliseren en verplaatsen van verkeersslachtoffers. Ik greep de man en trok hem weg bij het portier. De man verzette zich onmiddellijk en met grote kracht. Er ontstond een worsteling. Ik voelde gelijk dat de man overwicht had in deze worsteling en dat ik kracht tekort kwam om de man onder controle te krijgen. Hij verzette zich heel erg en met zeer grote kracht die mijn krachten te boven ging. Gelukkig kreeg ik tijdens de worsteling hulp van omstanders. Mijn collega [verbalisant 2] kwam mij vervolgens te hulp. Zelfs met meerdere mensen en met hulp van mijn collega was de man niet onder controle te krijgen. Wij vielen tijdens de worsteling op de grond. Uiteindelijk zijn wij achter de auto op de grond terechtgekomen en kregen wij met veel moeite de man onder controle. Nadat de man onder controle was voelde ik dat ik erge pijn in mijn linkerarm had. Ik kon mijn arm nauwelijks meer bewegen en was niet meer in staat om mijn motor te besturen. Het letsel is ontstaan ten gevolge van de worsteling en het verzet van de man. Voor die tijd had ik geen last van mijn arm. In het ziekenhuis, het Spaarne Gasthuis te Hoofddorp constateerde de arts dat ik een gescheurde spier in mijn linker bovenarm (biceps spier) had opgelopen.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de verklaring van voornoemde verbalisant:
Op 27 mei 2018 was ik belast met de algehele surveillance op de motor. Ik was bij het [naam 2], waar een aanrijding had plaatsgevonden. Ik zag de verdachte die de auto had bestuurd, [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1969 te [geboorteplaats], naar het verongelukte voertuig lopen. Ik zag dat mijn collega [verbalisant 1] daarna om de nek van de verdachte hing en dat hij hem niet direct onder controle kreeg. Ik zag dat [verbalisant 1] geen controle kreeg en worstelde om de verdachte onder controle te krijgen. Ik hoorde de verdachte schreeuwen dat hij geen hulp wilde voor zijn moeder en ik hoorde hem met scheldwoorden mijn collega en de ambulancebroeders beledigen. Ik zag dat dat er drie mannen probeerden mijn collega te helpen om de verdachte onder controle te krijgen. Dit had echter geen resultaat en de verdachte probeerde bij het slachtoffer in het voertuig te komen. Ik heb de verdachte bij zijn hoofd gepakt en naar de grond getrokken. Ik voelde aan alle bewegingen dat de verdachte zich verzette. Wij kregen door het verzet van de verdachte hem niet zodanig onder controle dat we hem in de transportboeien konden plaatsen. Dit terwijl de vrouw in het voertuig hulpbehoevend was en op deze manier niet de medische [hulp] kon krijgen die nodig was.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven.
Medische informatie betreffende [verbalisant 1] , onderzocht op 27 mei 2018. Omschrijving van het letsel: kneuzing/spierscheur biceps L. Geschatte duur van de genezing 3 tot 6 weken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
1 subsidiair, 2 primair en 3 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de politierechter de verdachte - naar het hof begrijpt voor het onder 1 subsidiair en 2 primair bewezenverklaarde – een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 7 maanden opgelegd.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) weken.
4 (vier) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
7 (zeven) maanden.
€ 450,00 (vierhonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
[verbalisant 1] , ter zake van het onder 3 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 450,00 (vierhonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 juli 2020.