Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[naam V.O.F.]
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“In tegenstelling tot het eerder geregistreerde is de vennootschap onder firma niet gestart op 9 juni 2006 maar op 31 mei 2006”.De Kamer van Koophandel heeft daarna als datum van oprichting van de v.o.f. 31 mei 2006 in het handelsregister geregistreerd.
3.Beoordeling
“Ik heb het uit handen gegeven. Het beste was dat ik mij er niet mee zou bemoeien. Correspondentie ging buiten mij om.”De andere executant, VAT Logistics, zou volgens de v.o.f. al eerder hebben laten weten dat zij niet tot veiling wilde overgaan. Die laatste mededeling is in het geheel niet toegelicht of onderbouwd. De hiervoor geciteerde mededeling van de verhuurder bij gelegenheid van een zitting in een andere zaak (waar [A] hem, blijkens het vonnis, juist aansprak als opdrachtgever van de veiling) is gelet op de verhouding tussen een deurwaarder en zijn opdrachtgever te vaag. De v.o.f. heeft dus niet (in de vereiste concrete zin) gesteld en onderbouwd – en evenmin is gebleken – dat [geïntimeerde] als deurwaarder zonder opdracht van de executanten eigenmachtig een openbare verkoop heeft gehouden en dat hij daarom jegens de v.o.f. aansprakelijk is. Haar stelling is dat [geïntimeerde] aansprakelijk is omdat hij aan haar toebehorende zaken heeft verkocht, terwijl zij (het kantoor van) [geïntimeerde] daar vooraf duidelijk op had gewezen.