ECLI:NL:GHAMS:2020:338
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P.C. Römer
- S. Clement
- A.M. van Amsterdam
- Rechtspraak.nl
Profijtontneming en aftrek van kosten in ontnemingszaak met betrekking tot drugshandel
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 14 maart 2019. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie tegen de betrokkene, die in eerste aanleg was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal. Het openbaar ministerie vorderde dat de betrokkene € 60.797,96 aan de Staat zou betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank had de betrokkene al verplicht tot betaling van € 27.098,98. De betrokkene ging in hoger beroep tegen deze verplichting.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 22 januari 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging gehoord. De advocaat-generaal stelde dat het wederrechtelijk verkregen voordeel en de betalingsverplichting vastgesteld moesten worden op € 54.197, gebaseerd op twee eerder gerealiseerde oogsten. De verdediging betoogde dat de rechtbank ten onrechte geen rekening had gehouden met de gemaakte kosten, die volgens hen tot een negatief resultaat hadden geleid. De raadsman voerde aan dat de betrokkene een betalingsregeling had getroffen en dat de investeringskosten in mindering moesten worden gebracht op het voordeel.
Het hof oordeelde dat er sprake was van één eerder gerealiseerde oogst waaruit voordeel was genoten en dat de kosten die de betrokkene had gemaakt onvoldoende onderbouwd waren om in mindering te worden gebracht. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de nieuwe wetgeving omtrent de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. De duur van de gijzeling werd vastgesteld op maximaal 1.080 dagen. Het hof benadrukte dat de draagkracht van de betrokkene pas in de executiefase aan de orde kan komen, tenzij er direct duidelijk is dat hij geen draagkracht heeft.