ECLI:NL:GHAMS:2020:3451
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met wijziging bijzondere voorwaarden bij voorwaardelijke gevangenisstraf
Op 17 december 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 7 februari 2020. De zaak betreft een woninginbraak waarbij de verdachte, geboren in 1996, in hoger beroep ging tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 3 december 2020 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in grote lijnen bevestigd, maar heeft enkele wijzigingen aangebracht in de bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zijn verbonden.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank een omissie had gemaakt in het vonnis en heeft het dictum aangevuld. De bijzondere voorwaarden zijn aangepast op basis van een advies van het Leger des Heils Jeugdbescherming en reclassering, dat aanbeveelt dat de verdachte zich moet houden aan een meldplicht bij de reclassering, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, en deelnemen aan een gedragsinterventie. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij afgewezen voor het deel dat boven het toegewezen bedrag van € 198,04 uitgaat.
De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd moet melden bij de reclassering en zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Daarnaast moet de verdachte verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang en deelnemen aan een gedragsinterventie. Het hof heeft ook toezicht op de naleving van deze voorwaarden opgedragen aan de reclassering.