Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 03 augustus 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte, voornoemde [benadeelde] door (een) andere feitelijkhe(i)d(en) gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (onverhoeds) aanraken van en/of betasten en/of knijpen in en/of slaan op de (rechter)bil(len) van voornoemde [benadeelde];
hij op of omstreeks 3 augustus 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [benadeelde] heeft mishandeld, bestaande deze mishandeling uit het eenmaal of meermalen slaan op de (rechter)bil(len) van voornoemde [benadeelde];
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
hij op 3 augustus 2019 te Amsterdam, door geweld en/of andere feitelijkheden [benadeelde] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het (onverhoeds) knijpen in en slaan op de rechterbil van voornoemde [benadeelde];
hij op 3 augustus 2019 te Amsterdam, [benadeelde] heeft mishandeld, bestaande deze mishandeling uit het eenmaal slaan op de rechterbil van voornoemde [benadeelde];
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
50 (vijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis.
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
van € 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.