Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
meer subsidiairtenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
€ 959,41 (negenhonderdnegenenvijftig euro en eenenveertig cent)bestaande uit € 396,41 (driehonderdzesennegentig euro en eenenveertig cent) aan materiële schade en € 563,00 (vijfhonderddrieënzestig euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], ter zake van het meer subsidiair bewezenverklaarde een bedrag
te betalenvan
€ 959,41 (negenhonderdnegenenvijftig euro en eenenveertig cent)bestaande uit € 396,41 (driehonderdzesennegentig euro en eenenveertig cent) materiële schade en € 563,00 (vijfhonderddrieënzestig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
gijzelingdie ten hoogste kan worden toegepast op
19 (negentien) dagen, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft. Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
wettelijke rentevoor de materiële schade op 16 november 2017 en van de immateriële schade op 18 juni 2016.