ECLI:NL:GHAMS:2020:818
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in moordzaak door gebrek aan bewijs van geweldsdelict
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van moord en doodslag in verband met de dood van [slachtoffer], die op 29 juli 2012 levenloos werd aangetroffen in een kajuitbootje aan de Hobbemakade te Amsterdam. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na meerdere zittingen en deskundigenverklaringen. De centrale vraag was of de dood van [slachtoffer] het gevolg was van geweld door de verdachte. De deskundigen waren verdeeld over de doodsoorzaak, waarbij sommigen concludeerden dat de doodsoorzaak niet met zekerheid kon worden vastgesteld. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte betrokken was bij de dood van [slachtoffer]. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging van moord en doodslag. Het hof verklaarde zowel de verdachte als het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraken in eerste aanleg. De vordering van de benadeelde partij werd eveneens afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden.