Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 29 december 2012 te Amsterdam, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg met (een) vuurwapen(s) een aantal kogels in de lichamen van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] geschoten, waardoor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] zodanige verwondingen hebben opgelopen dat zij daardoor zijn overleden;
hij op of omstreeks 29 december 2012 te Amsterdam, in ieder geval in Nederland, ter uitvoering van zijn voornemen om, tezamen in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en) (zijnde de andere inzittende(n) van de Range Rover met het Franse [kenteken] ) van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg met (een) vuurwapen(s) een aantal kogels in de richting van die perso(o)n(en) heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 29 december 2012 te Amsterdam, in ieder geval in Nederland, ter uitvoering van zijn voornemen om, tezamen in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] (beiden zijnde motoragenten) van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg met (een) vuurwapen(s) een aantal kogels in de richting van de lichamen van die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 19 maart 2013 te Amsterdam, althans in Nederland, voorhanden heeft gehad:
Vonnis waarvan beroep
Hoofdstuk 1 – Inleiding
hoofdstuk 2ingaan op wat er is voorgevallen in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam op
hoofdstuk 3ingaan op de verklaringen van [slachtoffer 3] , in het bijzonder zijn herkenning van [verdachte] als bijrijder in de Audi en de bruikbaarheid van die verklaringen voor het bewijs.
hoofdstuk 4ingaan op een aantal (forensische) bevindingen en de bruikbaarheid van de resultaten ervan voor het bewijs. Het hof doet dit deels naar aanleiding van door de verdediging van [medeverdachte] respectievelijk [verdachte] gevoerde uitdrukkelijk onderbouwde standpunten. Daarbij zij opgemerkt dat hoewel een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt strikt genomen alleen voorligt in de zaak waarin het is gedaan, het hof in dit geval gelet op de onderlinge verwevenheid van deze formeel op zichzelf staande zaken, na te noemen onderwerpen in beide arresten zal bespreken, ongeacht of dit gelet op hetgeen is aangevoerd strikt genomen noodzakelijk is. Het betreft, kort gezegd:
hoofdstuk 5ingaan op het door de verdachte gegeven alibi.
hoofdstuk 6ingaan op de overwegingen ten aanzien van het bewijs.
hoofdstuk 7de overige voorwaardelijke verzoeken bespreken.
- In de voorruit van de Audi zaten zestien beschadigingen lijkend op schotbeschadigingen. Aan de linkerzijde van de ruit zaten glasbreuken zonder opening. De beschadigingen waren gegroepeerd in het midden/rechterzijde van de ruit. Onder andere op het dashboard lag fijn glasgruis. De meeste beschadigingen waren langwerpig van vorm. De randen van de beschadigingen aan de buitenzijde waren licht van kleur en de onderkant aan de binnenzijde donker van kleur.
- In de Audi werden elf flessenhalshulzen aangetroffen (AAFJ2766NL t/m AAFJ2776NL): vier in het vak van het voorportier aan de rechterzijde, twee op de mat naast de rechtervoorstoel, één op de mat onder de rechtervoorstel, twee onder de mat bij de achterbank aan de rechterzijde, één onder de rechtervoorstoel aan de rechterzijde van de auto en één onder de mat van de linker voorstoel.
- De binnenzijde van de auto is bemonsterd met een stofzuigervoorzetstuk met microfilter. Daarbij werden drie verschillende soorten glas (wit glas en twee soorten groen glas) aangetroffen.
- de 27 hulzen rond het perkje bij de kruising Van Bossestraat/Van Rappardstraat,
- de 4 hulzen op de hoek van de Van Bossestraat en de Tweede Keucheniusstraat
- de 9 hulzen die zijn aangetroffen bij de kruising van de Haarlemmerweg/Australiëhavenweg
- de 11 hulzen die in de Audi zijn aangetroffen
zeer veel waarschijnlijkerzijn wanneer hypothese 1 (de hulzen zijn verschoten met de hierboven genoemde eerste AK-47 (AAFA6453NL)) juist is, dan wanneer hypothese 2 (de hulzen zijn verschoten met één of meer andere vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als die AK-47), juist is.
zeer veel waarschijnlijkerzijn wanneer hypothese 3 (de hulzen zijn verschoten met de hierboven genoemde Glock (AAFA6474NL)) juist is, dan wanneer hypothese 4 (de hulzen zijn verschoten met één of meer andere vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als die Glock) juist is.
waarschijnlijkerwanneer hypothese 7 (de kogels zijn afgevuurd uit de loop van de hierboven genoemde Glock (AAFA6474NL)) juist is, dan wanneer hypothese 8 (de kogels zijn afgevuurd uit één of meer andere lopen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van deze Glock) juist is. Voor één in de nabijheid van het lichaam van [slachtoffer 1] aangetroffen kogelpunt zijn de bevindingen
ongeveer even waarschijnlijkerwanneer hypothese 7 juist is, dan wanneer hypothese 8 juist is.
Hoofdstuk 3 -De verklaringen van [slachtoffer 3]
Hoofdstuk 4 - Forensische bevindingen
Paragraaf 1 - De hoofdsteunen uit de Audi
Paragraaf 2 - De Nike sportschoenen
veel waarschijnlijkerzijn, wanneer dit deeltje afkomstig is van de vernielde autoruit, waartoe het referentieglas (AAFM4917NL) heeft behoord (hypothese 1) dan wanneer het afkomstig is van een willekeurige andere ruit of glazen voorwerp (hypothese 2).
iets waarschijnlijkerzijn, wanneer dit deeltje afkomstig is van de vernielde autoruit, waartoe het referentieglas (AAFM4917NL) of (AAFJ2844NL) heeft behoord (hypothese 1) dan wanneer het afkomstig is van een willekeurige andere ruit of glazen voorwerp (hypothese 2).
komt het aantal autoruiten in de NFI glasdatabase ter sprake. Dhr. [deskundige 3] merkt op dat er maar 17 auto(voor)ruiten in de database zijn opgenomen. Wat hij echter niet vermeldt is dat dit aantal voor de bewijskracht van het glasonderzoek in de context van deze zaak niet relevant is. Op voorhand staat namelijk niet vast dat het glas op de diverse stukken van overtuiging afkomstig moet zijn van een autoruit. Om de zeldzaamheid van dit glas en daarmee ook de bewijskracht vast te kunnen stellen, moet het aangetroffen glas worden vergeleken met een verzameling die representatief is voor glas dat normaal gesproken in kleding bij verdachten wordt aangetroffen. Dit betreft niet alleen glas van autoruiten maar ook van andere soorten ruiten en glazen verpakkingen. Het relevante deel van de database is dus veel groter dan die 17 autoruiten en beslaat tussen de 900 en 1000 monsters.
veel waarschijnlijkerzijn, wanneer het glasdeeltje Z afkomstig is van het glas van het portier rechtsvoor van de Audi, dan wanneer het glasdeeltje Z afkomstig is van een willekeurige andere ruit of glazen object dan de vernielde autoruit. Het hof herhaalt het hiervoor door de [deskundige 3] in zijn rapport van 27 mei 2013 vermelde over de overeenkomst van brekingsindex en sporenelementsamenstelling, zoals deze is geconstateerd tussen glasdeeltje Z en de Audi-portierruit, inhoudende: “De combinatie van brekingsindex en sporenelementsamenstelling, zoals bepaald met LA-ICPMS (waarbij 10 elementen worden gemeten) is zeer discriminerend; overeenkomst tussen vergeleken glasdeeltjes leidt tot de conclusie dat het onderzoeksresultaat voor deze glasdeeltjes veel waarschijnlijker is wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is”.
two trace’-problematiek wordt afgewezen.
two-trace-problem’benoemt, opmerkt “I’m not sure I understand the last question” –, betreft de ‘
two-trace problem’een situatie waarin één spoor overeenkomt en (tal van) andere niet, welk gegeven van invloed zou zijn op de berekening van de likelihood ratio. Wat er ook zij van deze informatie, het hof begrijpt daaruit dat dit betrekking heeft op factoren die een rol kunnen spelen bij een onderzoek op activiteitniveau. Nu een glasonderzoek op activiteitniveau niet heeft plaatsgevonden, ontbreekt de noodzaak [naam 2] hieromtrent te horen. Voor het overige acht het hof zich in het licht van de te beantwoorden vragen van 348 en 350 Sv voldoende voorgelicht omtrent het vergelijkend glasonderzoek op bronniveau.
Paragraaf 3 - De Colt
[medeverdachte]. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit DNA-profiel (de matchkans) is telkens kleiner dan één op één miljard. [98]
[verdachte]en minimaal één onbekende persoon.
Paragraaf 4 - De bivakmuts gevonden op de [adres 2] in Amsterdam
veel waarschijnlijkerzijn, wanneer dit deeltje afkomstig is van één van de lagen glas uit de vernielde (gelaagde) autoruit, waartoe het referentieglas (AAFJ2844NL) heeft behoord (hypothese 1) dan wanneer het afkomstig is van een willekeurige andere ruit of glazen voorwerp (hypothese 2).
iets waarschijnlijkerzijn, wanneer deze deeltjes afkomstig zijn uit de vernielde (gelaagde) autoruit, waartoe het referentieglas (AAFJ2844NL) heeft behoord (hypothese 1) dan wanneer ze afkomstig zijn van een willekeurige andere ruit of glazen voorwerp (hypothese 2).
Hoofdstuk 5 - Alibi van [verdachte]
Hoofdstuk 6 – Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Hoofdstuk 7 - Overige voorwaardelijke verzoeken
[O.L.]als getuige te horen.
[H.S.]als getuige te horen.
[El M.]opnieuw als getuige te horen.
[H.]opnieuw als getuige te horen.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Overwegingen van het hof
Pb EU 2012/C326/02 (https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1582818034430&uri=CELEX:12012P/TXT)). Dit uitgangspunt van de verdediging berust op een verkeerde rechtsopvatting.
ECLI:EU:C:2011:101). (https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELLAR:52f08c54-e8bd-45d4-9c64-2af5c874b6fd&from=nl)
advisory opinion’te geven ‘
on questions of principle relating to the interpretation or application of the rights and freedoms defined in the Convention or the protocols thereto’. [124] Voor Nederland is het Protocol op 1 juni 2019 in werking getreden. [125] Sindsdien kunnen de in laatste instantie rechtsprekende colleges, waar onder de Hoge Raad, aan het EHRM een prejudicieel advies vragen. Een gerechtshof, anders dan de verdediging veronderstelt, heeft deze mogelijkheid dus niet. Het verzoek wordt om die reden afgewezen.
Ten aanzien van de benadeelde partijen
Vordering van de benadeelde partij [vader slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [moeder slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [zus 1 slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [zus 2 slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [broer 1 slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [broer 2 slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [zus 3 slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
levenslange gevangenisstraf.
€ 75,00(vijfenzeventig euro)
ter zake van materiële schade,waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 75,00(vijfenzeventig euro)
ter zake van materiële schade,waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 75,00 (vijfenzeventig euro)
ter zake van materiële schade,waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 313,96(driehonderddertien euro en zesennegentig cent)
ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.337,52(tweeduizend driehonderdzevenendertig euro en tweeënvijftig cent)
ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 7.500,00(zevenduizend vijfhonderd euro)
ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 10.000,00 (tienduizend euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 15.000,00 (vijftienduizend euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: