ECLI:NL:GHAMS:2021:1271
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met vernietiging van de beslissing op de vordering tenuitvoerlegging in strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 18 oktober 2019 was gewezen. De zaak betreft een strafrechtelijke procedure met parketnummer 23-003915-19. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in grote lijnen bevestigd, maar heeft de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging vernietigd. Dit betekent dat het hof de wettelijke voorschriften heeft aangevuld met artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte, geboren in 1999, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis. Tijdens de zitting op 19 april 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen. Het hof heeft uiteindelijk besloten dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 13-003883-16. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. M.J.A. Duker, die buiten staat was om te ondertekenen.