ECLI:NL:GHAMS:2021:1446
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake diefstal van fietsen met toepassing van artikel 9a Sr en artikel 423 lid 4 Sv
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 30 oktober 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in Marokko in 1976 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor diefstal van fietsen. Het hof heeft de zaak beoordeeld naar aanleiding van het hoger beroep dat was ingesteld tegen de veroordelingen in drie gevoegde strafzaken. De verdachte was in twee van deze zaken, aangeduid als zaak A en zaak B, veroordeeld voor diefstal van respectievelijk een (lok)fiets van de politie en een fiets van een particulier. Het hof heeft vastgesteld dat er geen hoger beroep was ingesteld tegen de derde zaak, zaak C, en heeft daarom geen oordeel geveld over deze zaak. Het hof heeft de bewezenverklaring van de feiten in zaak A en B bevestigd, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, onder verwijzing naar artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, omdat de verdachte reeds een ISD-maatregel had opgelegd gekregen. Voor de derde zaak, zaak C, heeft het hof de straf vastgesteld op vier weken gevangenisstraf. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd voor zover het aan het oordeel van het hof was onderworpen en opnieuw recht gedaan.