ECLI:NL:GHAMS:2021:1497
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag ouders en toewijzing eenhoofdig gezag aan de vrouw; afwijzing verzoek man tot ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van ouders over hun minderjarige kind, geboren in 2011. De vrouw had verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en alleen met het gezag over het kind belast te worden, wat het hof heeft bekrachtigd. De man had in hoger beroep verzocht om het gezamenlijk gezag te handhaven en om ondertoezichtstelling van het kind, maar deze verzoeken zijn afgewezen. Het hof oordeelde dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders, gezien de langdurige problematiek van de man, waaronder alcoholverslaving en agressie. De vrouw had de zorg voor het kind en er was al hulpverlening betrokken. Het hof concludeerde dat de vrouw alleen met het gezag moest worden belast, in het belang van het kind. Daarnaast werd het verzoek van de man tot ondertoezichtstelling afgewezen, omdat er al adequate hulpverlening was en de ouders bereid waren om hieraan mee te werken. De beslissing van de rechtbank werd in zijn geheel bekrachtigd.