ECLI:NL:GHAMS:2021:2291
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor boete opgelegd aan hotel wegens illegale tewerkstelling door schoonmaakbedrijf
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van IJburg Hotel B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. Het hotel kreeg een boete van € 12.000 opgelegd door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid omdat een schoonmaker, die zonder de vereiste vergunning werkte, in het hotel aan het werk was. IJburg Hotel heeft de boete betaald en stelt nu Fassi Bedrijfsdiensten B.V. aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van deze boete. Fassi betwist echter dat er een overeenkomst bestond tussen hen, waaruit zou volgen dat Fassi verantwoordelijk was voor het inzetten van legale werknemers.
De kantonrechter heeft de vorderingen van IJburg Hotel afgewezen, omdat niet was aangetoond dat er een overeenkomst bestond tussen IJburg Hotel en Fassi. IJburg Hotel heeft in hoger beroep grieven ingediend en het hof heeft hen toegelaten tot het leveren van bewijs van hun stellingen. Het hof overweegt dat, indien IJburg Hotel slaagt in het bewijs, Fassi aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die het hotel heeft geleden door de boete. Het hof benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het inzetten van legale werknemers in beginsel bij de opdrachtnemer ligt, in dit geval Fassi.
De zaak is aangehouden voor het horen van getuigen en verdere beslissingen zijn uitgesteld. Het hof heeft een getuigenverhoor bevolen en de zaak naar de rolzitting verwezen voor verdere procedurele stappen.