ECLI:NL:GHAMS:2021:2390
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vrijspraak in hoger beroep met aanpassing van de motivering inzake computervredebreuk
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 18 november 2019. De verdachte was eerder vrijgesproken van computervredebreuk, maar het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 juli 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week en een taakstraf van 100 uren had geëist. De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de vordering van de benadeelde partij, die zich in hoger beroep niet opnieuw had gevoegd. De motivering van de vrijspraak is aangepast en aangevuld. Het hof heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie geen nader onderzoek heeft verricht naar het gezamenlijk gebruik van het e-mailaccount door medewerkers van de betrokken instantie. Dit gebrek aan onderzoek heeft geleid tot de beslissing om de vrijspraak te handhaven, aangezien er onvoldoende bewijs was voor wederrechtelijk binnendringen in de zin van artikel 138ab Sr.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van zorgvuldig onderzoek door het openbaar ministerie en de noodzaak om alle relevante feiten en omstandigheden in overweging te nemen bij het beoordelen van de zaak. Het hof heeft de motivering van de rechtbank grotendeels overgenomen, met enkele aanpassingen, en heeft de vrijspraak bevestigd.