In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, een oud-politieman, werd beschuldigd van ambtsdwang en bedreiging met een andere feitelijkheid. De tenlastelegging betrof een incident op 18 november 2017 te Purmerend, waarbij de verdachte de ambtenaar [benadeelde] onder druk zette om een onderzoek naar zijn zoon niet uit te voeren. Tijdens een telefoongesprek met de ambtenaar heeft de verdachte gedreigd met een intern onderzoek als zijn zoon niet werd vrijgelaten zonder een ademanalyse. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte met zijn woorden psychische druk heeft uitgeoefend op de ambtenaar, wat als een bedreiging kan worden gekwalificeerd. De verdediging voerde aan dat er te veel twijfel bestond over de exacte woorden die door de verdachte waren geuit en dat de verdachte recht had om een klacht in te dienen. Het hof verwierp deze argumenten en oordeelde dat de verdachte met zijn handelen de ambtenaar heeft gedwongen tot het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren en 20 dagen hechtenis, waarbij het hof ook de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaarde.