ECLI:NL:GHAMS:2021:286

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 februari 2021
Publicatiedatum
4 februari 2021
Zaaknummer
23-001042-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens psychische stoornis na brandstichting

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1979, was aangeklaagd voor brandstichting op 19 juli 2016 te Zaandam. De tenlastelegging omvatte zowel primair als subsidiair opzettelijke brandstichting, waarbij gemeen gevaar voor goederen en personen te duchten was. De verdachte had tijdens het politieverhoor verklaard dat hij per ongeluk brand had gesticht terwijl hij bezig was met het schoonmaken van schroefjes met benzine en een brandende sigaret in zijn mond had. Het hof heeft de verklaring van de verdachte verworpen en vastgesteld dat hij opzettelijk brand heeft gesticht, wat heeft geleid tot schade aan de voordeur van de aangever.

Het hof heeft echter ook de psychische toestand van de verdachte in overweging genomen. Uit een Pro Justitia-rapport bleek dat de verdachte leed aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum of andere psychotische stoornis, waardoor hij ten tijde van de brandstichting volledig ontoerekeningsvatbaar was. Het hof heeft zich verenigd met de conclusie van het rapport en heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat er geen verwijt aan hem kon worden gemaakt voor zijn gedrag tijdens de psychose.

De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding is niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de overige tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001042-17
datum uitspraak: 4 februari 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Alkmaar) van 21 december 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-150105-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 21 januari 2021.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 19 juli 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een (voor)deur van een portiekwoning ([adres 2]), althans met een brandbare stof (benzine) ten gevolge waarvan die (voor)deur geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor die (voor)deur, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor [benadeelde], in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor [benadeelde], in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
subsidiair
hij op of omstreeks 19 juli 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk brand te stichten in een (trappenhuis van een) appartementencomplex en/of aan een (voor)deur van een portiekwoning ([adres 2])), terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of personen te duchten w as (te weten een deur(mat) en/of aanwezige bew oner(s)), hebben verdachte met dat opzet een fles (met daarin benzine, althans een brandbare vloeistof), in dat trappenhuis (deels) leegeggooid en/of gesprenkeld, en een aansteker bij deze benzine gehouden en de aansteker te hebben ontvlamd/ontstoken en/of trachten te ontsteken en/of te ontvlammen, terwijl de uitv oering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 19 juli 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad opzettelijk en wederrechtelijk een (voor)deur van een portiekwoning ([adres 2]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [coöperatie] en/of [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewijsoverwegingen

De raadsvrouw heeft gesteld dat geen sprake was van opzet op de brandstichting. De verdachte heeft tijdens het politieverhoor verklaard dat hij schroefjes met benzine wilde schoonmaken en dat hij in de trappengang, terwijl hij een brandende sigaret in zijn mond had, is gestruikeld. Daardoor is een (kleine) brand ontstaan, die de verdachte onmiddellijk heeft gedoofd met een jas. Indien er sprake was van een daadwerkelijke brand zou de voordeur van [benadeelde] verbrande sporen, anders dan de enkele roetvlekken op die deur, moeten tonen.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt hiertoe als volgt.
Uit het proces-verbaal van aangifte volgt dat de aangever op 19 juli 2016 vlammen aan de buitenzijde van zijn voordeur heeft gezien. De verdachte stond op dat moment in de trappengang van het appartementencomplex waar beide personen op dat moment woonachtig waren. Nadat de aangever de buitendeur van het appartementencomplex had geopend en zijn woning weer had betreden, gooide de verdachte benzine over de trap en tegen de voordeur van de aangever. Hij hield een aansteker in zijn handen en probeerde de benzine aan te steken. De aangever heeft verklaard dat op zijn voordeur roetschade is ontstaan. Dit blijkt ook uit de foto’s op pagina 18 van het dossier. Op basis van het voorgaande stelt het hof vast dat de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met benzine, waardoor schade aan de voordeur van de aangever is ontstaan. Het hof acht het in dit verband niet relevant of sprake was van een kleine of grote brand noch hoe lang de brand heeft geduurd.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 19 juli 2016 te Zaandam opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een brandbare stof (benzine) ten gevolge waarvan brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was.
Hetgeen primair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het primair bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.

Strafbaarheid van de verdachte

De advocaat-generaal heeft gesteld dat het primair bewezenverklaarde aan de verdachte is toe te rekenen. In het Pro Justitia-rapport van 24 oktober 2020 staat vermeld dat het drugsgebruik van de verdachte niet de primaire oorzaak is van het primair bewezenverklaarde, maar daar wel mede door is veroorzaakt. De verdachte had eerder psychotische episodes ervaren na drugsgebruik en kende daarom de uitwerking van het gebruik. Dit had hem ervan moeten weerhouden drugs te gebruiken. Nu hij dat niet heeft nagelaten moet hij deels verantwoordelijk worden gehouden voor zijn gedrag tijdens de door zijn drugsgebruik ontstane psychose en kan de brandstichting deels aan hem worden toegerekend. De verdachte is daarom verminderd toerekeningsvatbaar, aldus de advocaat-generaal.
De raadsvrouw sluit zich aan bij de conclusie in het Pro Justitia-rapport, zijnde dat de verdachte ten tijde van het primair bewezenverklaarde volledig ontoerekeningsvatbaar was.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Uit het Pro Justitia-rapport blijkt dat de verdachte lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum of andere psychotische stoornis. De rapporteur concludeert dat deze stoornis ook ten tijde van het primair bewezenverklaarde aanwezig was en dat de verdachte ten gevolge daarvan volledig ontoerekeningsvatbaar dient te worden geacht. De verdachte werd immers geheel geleid door psychotische irreële ideeën, waarnemingen en gedachten. Uit het rapport volgt dat de verdachte ook enkele maanden voor het tenlastegelegde al waanbeelden had en de verdachte heeft ook zelf verklaard over stemmen die hij hoorde, die hem bijvoorbeeld opdracht gaven de benzine aan te steken.
De conclusie in het rapport wordt ondersteund door de verklaringen van bewoners van het appartementencomplex waar het incident heeft plaatsgevonden en de verklaring van de vader van de verdachte, inhoudende dat de verdachte al langere tijd verward was.
Het hof verenigt zich met de conclusie van het Pro Justitia-rapport en komt op grond daarvan tot het oordeel dat de verdachte niet strafbaar is ten aanzien van het primair bewezenverklaarde en derhalve dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Ondanks de ervaringen die de verdachte al had met het gebruik van verdovende middelen kan hem naar het oordeel van het hof in verband met het bewezenverklaarde geen verwijt worden gemaakt dat hij toen in voornoemde geestestoestand verkeerde, in aanmerking genomen hetgeen uit het rapport blijkt over de aard van de toen al langer bestaande stoornis.
Er zijn kortom geen aanknopingspunten om aan te nemen dat het primair bewezenverklaarde aan de schuld van de verdachte is te wijten. Het hof volgt de advocaat-generaal dan ook niet in zijn standpunt dat de verdachte de brandstichting slechts in verminderde mate valt toe te rekenen.
Mede in aanmerking genomen hetgeen de advocaat-generaal heeft gevorderd, ziet het hof in de stukken en in hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep naar voren is gekomen over de huidige persoonlijke omstandigheden van de verdachte geen aanleiding om een maatregel in enigerlei vorm op te leggen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 500,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Nu de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging en geen maatregel wordt opgelegd, zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte niet strafbaar en
ontslaatde verdachte te dier zake
van alle rechtsvervolging.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat een ieder zijn eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. D. Radder en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 februari 2021.
mr. M.J.A. Duker is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]