ECLI:NL:GHAMS:2021:2977

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
12 oktober 2021
Zaaknummer
200.295.116/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot wijziging van voornaam met toevoeging tweede voornaam in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van een man om zijn voornaam te wijzigen. De man, die in de Basisregistratie Personen geregistreerd staat als geboren in Syrië, had eerder verzocht om zijn voornaam van '[X]' te wijzigen naar '[Y]'. De rechtbank Amsterdam had dit verzoek toegewezen, maar de man kwam in hoger beroep omdat hij zijn oorspronkelijke voornaam '[X]' als tweede voornaam wilde behouden. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2021 heeft de man toegelicht dat de naam '[X]' deel uitmaakt van zijn identiteit en dat hij deze naam op sociale media en in zijn boek gebruikt. Hij heeft ook aangegeven dat zijn moeder een emotionele band heeft met de naam '[X]'. Het hof heeft vastgesteld dat de man niet goed heeft overzien wat de gevolgen van de voornaamswijziging zouden zijn en dat er een in rechte te respecteren belang is bij het hoger beroep. Het hof heeft het verzoek van de man in hoger beroep toegewezen, zodat zijn huidige voornaam '[X]' wordt behouden en de voornaam '[Y]' als eerste voornaam wordt toegevoegd. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag is gelast om deze wijziging in de geboorteakte te vermelden. De beslissing is genomen met inachtneming van de Nederlandse wetgeving en de persoonlijke omstandigheden van de man.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
Zaaknummer: 200.295.116/01
Zaaknummer rechtbank: C/13/688523 / FA RK 20-5166
Beschikking van de meervoudige kamer van 28 september 2021 inzake
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de man,
advocaat: mr. E. Dedeić te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) van 17 februari 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
De man is op 14 mei 2021 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 17 februari 2021.
2.2
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
- een faxbericht van de zijde van de man van 9 september 2021 met bijlagen, ingekomen op dezelfde datum;
- een e-mailbericht van de zijde van de man van 12 september 2021 met bijlagen, ingekomen op dezelfde datum.
2.3
De mondelinge behandeling heeft op 15 september 2021 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- de man, bijgestaan door zijn advocaat die pleitnotities heeft overgelegd.

3.De feiten

3.1
De man staat in de Basisregistratie Personen geregistreerd als te zijn geboren op [datum] 1990 te [geboorteplaats] , Syrië.
3.2
De man heeft de Nederlandse nationaliteit.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking is het verzoek van de man om zijn voornaam “ [X] ” te wijzigen in “ [Y] ”, toegewezen, en is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam gelast deze wijziging van de voornaam te vermelden op de geboorteakte.
4.2
De man verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking, de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam te gelasten dat de voornaam zoals vermeld in zijn geboorteakte, wordt gewijzigd in die zin dat deze voortaan luidt “ [Y] ” en aan deze voornaam toe te voegen de tweede voornaam “ [X] ”.

5.De motivering van de beslissing

5.1
De man kan zich niet verenigen met de beslissing van de rechtbank zijn voornaam te wijzigen van “ [X] ” naar “ [Y] ”. Nadat de bestreden beschikking is gegeven, is hij tot het inzicht is gekomen dat het van belang is zijn oorspronkelijke voornaam “ [X] ” als tweede voornaam te gebruiken zodat zijn eerste voornaam moet worden gewijzigd in “ [Y] ” en zijn huidige naam “ [X] ” als tweede voornaam wordt toegevoegd. De naam is deel van zijn identiteit. Hij gebruikt op sociale media de naam “ [X] ” en zijn boek is in Italië reeds onder de naam “ [X] ” uitgegeven. Zijn manager en de uitgever van het boek vinden het belangrijk dat de naam “ [X] ” als tweede naam wordt behouden. Daarnaast heeft zijn moeder een emotionele band met de naam “ [X] ” en heeft zij zich niet gerealiseerd dat de naam “ [X] ” zou verdwijnen als de voornaam wordt gewijzigd in “ [Y] ”. Ook de man heeft dit niet beseft.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man uitgelegd dat hij zich de naam “ [X] ” niet wil laten afnemen vanwege de negatieve reacties en dat hij voor zijn identiteit zal blijven opkomen. Een praktisch probleem is dat hij deze voornaam op zijn diploma’s heeft staan en op contracten en dat het moeilijk is om dat te laten veranderen. Deze naam als tweede voornaam houden, voorkomt problemen.
Verder benadrukt de man dat hij het ook belangrijk vindt om de voornaam “ [Y] ” te dragen, omdat deze voornaam tot uitdrukking brengt dat hij als staatloos vluchteling in Nederland ‘is geland’ en daar een warm nest heeft gevonden. Hij heeft in Nederland voor het eerst gevoeld hoe het is om vrij te kunnen reizen en de Nederlandse naam “ [Y] ” symboliseert de sterke band die hij heeft met Nederland.
Hij verzoekt daarom zijn voornaam zoals vermeld in zijn geboorteakte, te wijzigen in de zin dat deze voortaan luidt “ [Y] ”, en aan deze voornaam toe te voegen de tweede voornaam “ [X] ”.
5.2
Het hof acht zich evenals de rechtbank bevoegd om op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kennis te nemen van het verzoek en zal op grond van artikel 10:20 van het Burgerlijk Wetboek (BW) het Nederlandse recht toepassen, aangezien de man de Nederlandse nationaliteit heeft. Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW kan wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon worden gelast door de rechtbank.
5.3
Het hof stelt allereerst vast dat de voornaamswijziging van de man door de rechtbank op verzoek van de man zelf is uitgesproken. Het rechtsmiddel van hoger beroep is in beginsel niet gegeven aan een partij wier inleidend verzoek geheel is toegewezen, met het doel die toewijzing ongedaan te maken, omdat diegene geheel of voor een deel van dit verzoek afziet. Het hof is echter van oordeel dat er in het onderhavige geval sprake is van een in rechte te respecteren belang bij het hoger beroep. De man heeft de gevolgen van de voornaamswijziging kennelijk niet goed overzien en het gevolg van de voornaamswijziging heeft voor hem en zijn familie ongewenste effecten.
5.4
Het hof begrijpt het verzoek van de man in hoger beroep aldus dat hij aan zijn huidige voornaam “ [X] ” een voornaam wil toevoegen. De wijziging houdt feitelijk in dat hij de voornaam “ [Y] ” als eerste voornaam wil laten toevoegen aan zijn voornaam “ [X] ”.
Het hof is van oordeel dat de door de man genoemde feiten en omstandigheden voldoende zwaarwegend zijn. Naast praktische punten is gebleken dat voor de man zwaar weegt dat hij zijn afkomst niet verloochent en dat hij ondanks de weerstand die hij ondervindt, blijft staan voor zijn eigen identiteit. Daarom verzoekt hij de naam “ [X] ” te behouden. Anderzijds wil hij met de eerste voornaam “ [Y] ” tot uitdrukking brengen dat hij zich verbonden voelt met Nederland en zal hij deze naam voortaan als eerste naam dragen. Daarom zal het hof het in hoger beroep gewijzigde verzoek toewijzen. Het hof wijst hierbij op de omstandigheid dat de geboorteakte is ingeschreven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag, zodat de latere vermelding op de geboorteakte van de voornaamswijziging daar moet geschieden.

6.Beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:
wijst het verzoek van de man tot wijziging van zijn voornaam toe, zodat aan zijn huidige voornaam “ [X] ” de voornaam “ [Y] ” wordt toegevoegd als eerste voornaam;
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag tot vermelding van de voornaam “ [Y] ” als eerste voornaam en “ [X] ” als tweede voornaam in de akte van geboorte van de man;
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking en indien daartegen geen cassatie is ingesteld een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.W. Brands-Bottema, mr. H.A. van den Berg en mr. T.M. Subelack, in tegenwoordigheid van mr. S.G. Risseeuw als griffier en is op 28 september 2021 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.