ECLI:NL:GHAMS:2021:3021
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Huurrecht echtelijke woning en belangenafweging in echtscheidingsprocedure
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland inzake het huurrecht van de echtelijke woning na een echtscheiding. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft op 6 augustus 2021 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van 21 juli 2021, waarin de echtscheiding werd uitgesproken en het huurrecht van de echtelijke woning aan de man werd toegekend. De man, verweerder in hoger beroep, heeft op 14 september 2021 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2021 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten en tolken. De vrouw heeft de Turkse nationaliteit en de man heeft zowel de Turkse als de Nederlandse nationaliteit. Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen, waarbij de vrouw aanvoert dat zij niet in staat is om een andere woning te vinden en dat haar belang bij het huurrecht zwaarder weegt. De man daarentegen stelt dat hij al tientallen jaren in de woning woont en dat hij geen vervangende woonruimte kan vinden. Het hof oordeelt dat het belang van de man bij het huurrecht zwaarder weegt dan dat van de vrouw, en bekrachtigt de bestreden beschikking. Het schorsingsverzoek van de vrouw wordt afgewezen, omdat het belang bij een beslissing op het schorsingsverzoek is komen te vervallen door de einduitspraak in de hoofdzaak.