ECLI:NL:GHAMS:2021:3087

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
200.281.257/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de vergoeding van de onderzoeker in een enquêterecht procedure

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 24 september 2021, is de vergoeding van de onderzoeker in een enquêterecht procedure vastgesteld. De zaak betreft de besloten vennootschap THE DIGITAL XPEDITION (TDX) HOLDING B.V. als verzoekster tegen DMARCIAN EUROPE B.V. als verweerster, en een belanghebbende. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van DMARCIAN EUROPE over een bepaalde periode. In de beschikkingen van 7 september 2020 en 29 januari 2021 werd mr. H.W. Wefers Bettink benoemd als onderzoeker. De kosten van het onderzoek zijn in verschillende beschikkingen vastgesteld, beginnend bij € 37.500 en oplopend tot € 105.000 exclusief btw. De onderzoeker heeft in totaal 400,25 uren aan het onderzoek besteed en heeft zijn kosten voldoende toegelicht. Geen van de partijen heeft bezwaar gemaakt tegen de verantwoording van de onderzoekskosten. De Ondernemingskamer heeft de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld op € 105.000, exclusief btw, en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is openbaar uitgesproken door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.281.257/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 24 september 2021
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THE DIGITAL XPEDITION (TDX) HOLDING B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. M.C. Luitenen
mr. V.R.M. Appelman, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DMARCIAN EUROPE B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. M.W.E. Eversen
mr. D.J.C. Storm, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
[A],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. F. Henkeen
mr. P.A. Josephus Jitta, kantoorhoudende te Amsterdam respectievelijk te Den Haag.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verweerster wordt hierna aangeduid met dmarcian Europe.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 7 en 10 september 2020, 29 januari 2021, 23 maart 2021, 4 mei 2021, 18 juni 2021, 12 augustus 2021 en 3 september 2021 in deze zaak.
1.3 Bij de beschikkingen van 7 september 2020 en 29 januari 2021 heeft de Ondernemingskamer – voor zover nu van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van dmarcian Europe over de periode vanaf 1 januari 2016 tot 20 augustus 2020 zoals omschreven in rechtsoverweging 3.4 van de beschikking van 7 september 2020, mr. H.W. Wefers Bettink te Hilversum (hierna: de onderzoeker) benoemd om het onderzoek te verrichten en de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten aangehouden.
1.4 Bij de beschikking van 23 maart 2021 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 37.500, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.5 Bij de beschikking van 4 mei 2021 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 67.500, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.6 Bij de beschikking van 18 juni 2021 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 90.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.7 Bij de beschikking van 12 augustus 2021 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 105.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.8 Bij bericht van 3 september 2021 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van het in 1.3 bedoelde onderzoek aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.9 Bij de beschikking van 3 september 2021 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegde onderzoeksverslag aldaar ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.10 De onderzoeker heeft bij e-mail van 9 september 2021 verantwoordingen van de door hem zelf en door drs. C.A.M. Barbiers RE RA CIA, een door de onderzoeker in de arm genomen ICT-deskundige, aan het onderzoek bestede uren met specificatie aan de Ondernemingskamer doen toekomen. Daaruit blijkt dat in totaal 400,25 uren aan het onderzoek zijn besteed. De onderzoeker is voor het bepalen van diens vergoeding ingevolge het bepaalde in artikel 2:350 lid 3 BW, uitgegaan van het onderzoeksbudget van € 105.000 exclusief btw dat sinds de beschikking van 12 augustus 2021 is gaan gelden. Dit bedrag was gebaseerd op 350 aan het onderzoek bestede uren tegen een uurtarief van € 300 exclusief btw.
1.11 Geen van partijen heeft gebruik gemaakt van de door de Ondernemingskamer geboden gelegenheid om zich uit te laten over de in 1.10 genoemde verantwoordingen met specificatie.

2.De gronden van de beslissing

De onderzoeker heeft, zo overweegt de Ondernemingskamer, de in verband met het onderzoek gemaakte kosten voldoende toegelicht door middel van de in 1.10 genoemde stukken. Daartegen zijn geen bezwaren aangevoerd. Het bedrag aan onderzoekskosten komt de Ondernemingskamer ook niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW dan ook bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 105.000, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, en drs. C. Smits-Nusteling RC en drs. J.S.T. Tiemstra RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2021.