Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
- het op pagina 3 van het vonnis, onder 4.3.1, eerste alinea, vermelde telefoonnummer
- uit bewijsmiddel 18 op pagina 22 van het vonnis de volgende passage
toevoegtde verklaring van [getuige] ten overstaan van verbalisanten op 4 december 2019, doorgenummerde pagina’s 189-190 van het dossier, voor zover inhoudende:
- de bewijsoverweging van de rechtbank met betrekking tot feit 1 primair
- aan de strafmotivering het verderop in het arrest vermelde
Bewijsoverweging feit 1 primair (raketwerper)
“het niet meer weet,”doet daar niet aan af. Ook overigens is het hof van oordeel dat de verklaringen van [getuige] in voldoende mate steun vinden in de andere bewijsmiddelen.
Toevoeging strafmotivering
Met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die handelt in strijd met de artikelen 9, eerste lid, 14, eerste lid, 26, eerste lid, of 31, eerste lid, en het feit begaat met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 2° of onderdeel 7°.Het bewezenverklaarde feit is gepleegd op 4 december 2019, slechts kort voordat het strafmaximum op handelen in strijd met artikel 26 Wwm met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 7 werd verdubbeld van vier naar acht jaar gevangenisstraf. Het hof leidt daaruit af dat de wetgever de strafwaardigheid van onder andere het voorhanden hebben van een raketwerper in de aanloop naar de wetswijziging anders is gaan beoordelen. Ook dit is een omstandigheid die het hof in strafverzwarende zin meeweegt bij de strafoplegging en die er mede aanleiding toe geeft de toen geldende maximumstraf van vier jaar gevangenisstraf op te leggen.