ECLI:NL:GHAMS:2021:3214

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
26 oktober 2021
Zaaknummer
23-000110-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, specifiek voor het verkopen en aanwezig hebben van cocaïne en heroïne. De feiten vonden plaats in de periode van 1 tot en met 15 oktober 2020 in Heemskerk. De verdachte werd op 15 oktober 2020 aangehouden na observaties van de politie die een vermoedelijke drugsdeal hadden waargenomen. Tijdens de aanhouding werden er onder de verdachte een geldbedrag van € 832,05 en 146 bolletjes harddrugs aangetroffen. De advocaat-generaal stelde dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen konden worden, terwijl de verdediging aanvoerde dat er onvoldoende bewijs was voor de verkoop van drugs. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet en dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 90 dagen, en het hof verklaarde het in beslag genomen geldbedrag verbeurd. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000110-21
datum uitspraak: 5 oktober 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 5 januari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-258733-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1995,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
21 september 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek
van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 15 oktober 2020 te Heemskerk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 15 oktober 2020 te Heemskerk opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 105 bolletjes (33,8 gram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 41 bolletjes (13,3 gram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewijsmotivering

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen conform het vonnis van de politierechter.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het verkopen van drugs, zoals onder feit 1 ten laste is gelegd, omdat het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. Dat sprake zou zijn van dealen, blijkt enkel uit de verklaring van één anonieme koper. Nagelaten is deze koper te vragen op grond van welke uiterlijke kenmerken hij tot de conclusie is gekomen dat de personen aan wie hij op 15 oktober 2020 geld heeft overhandigd dezelfde personen zijn als waarvan hij op 14 oktober 2020 drugs heeft afgenomen, zodat niet met zekerheid is vast te stellen dat hij de drugs van de verdachte gekocht heeft.
Het hof overweegt met de betrekking tot de zich ten aanzien van het als feit 1 ten laste gelegde in het dossier bevindende bewijsmiddelen als volgt.
Naar aanleiding van verkregen informatie met betrekking tot straathandel in drugs heeft op
15 oktober 2020 een observatie plaatsgevonden met betrekking tot een portiek in Heemskerk. Aldaar zou een zwarte personenauto van het merk Skoda veelvuldig bij dit portiek staan waarbij de inzittende iets overdraagt. Nadat verbalisanten dit zelf hebben waargenomen ondervragen zij de persoon die bij de overdracht betrokken was. Deze persoon verklaart dat hij de dag ervoor een bolletje op de pof bij de inzittenden van de Skoda heeft gekocht en hiervoor zojuist € 20,00 heeft betaald. Bij controle van voornoemde Skoda wordt de verdachte als bestuurder van de auto, tezamen met passagier [naam] , aangehouden. Onder de verdachte wordt een geldbedrag van € 832,05 (in kleine coupures), een gsm en (in totaal) 146 bolletjes - naar later blijkt bevattende harddrugs - in beslag genomen. Die bolletjes bevonden zich in zijn onderbroek. De aangetroffen gsm, een zwarte Samsung, bevond zich in het vak van de bestuurdersportier. Tijdens en na de aanhouding werd er meerdere keren ingebeld op deze mobiele telefoon. Nader onderzoek van de inbellende nummers heeft uitgewezen dat 10 van de 18 telefoonnummers/namen in verband kunnen worden gebracht met druggerelateerde activiteiten.
Op basis van de bewijsmiddelen kan wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte het hem onder 1 tenlastegelegde feit heeft begaan, in die zin dat hij betrokken was bij een drugsdeal waarbij op
14 oktober 2020 harddrugs zijn overgedragen, die op 15 oktober 2020 zijn betaald. Daarvoor is niet nodig – zoals de verdediging heeft aangevoerd – dat de koper precies aangeeft op basis waarvan hij heeft geconcludeerd dat de personen aan wie hij op 15 oktober 2020 geld heeft overhandigd dezelfde personen zijn als waarvan hij op 14 oktober 2020 drugs heeft afgenomen.
Het hof overweegt dat het tenlastegelegde medeplegen niet uit het dossier kan worden opgemaakt, omdat de daarvoor benodigde nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [naam] onvoldoende kan worden vastgesteld. De verdachte zal hiervan dan ook worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 14 oktober 2020 tot en met 15 oktober 2020 te Heemskerk opzettelijk heeft verkocht en aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne of een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne;
2.
hij op 15 oktober 2020 te Heemskerk opzettelijk aanwezig heeft gehad 105 bolletjes (33,8 gram), een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en 41 bolletjes (13,3 gram), een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen in de bijlage bij dit arrest zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verboden
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen en maatregelen

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van cocaïne en heroïne en aan het verkopen van cocaïne of heroïne. Cocaïne en heroïne zijn voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen, omdat deze stoffen sterk verslavend zijn en regelmatig gebruik hiervan in de regel lichamelijk, psychisch en sociaal schadelijke gevolgen met zich brengt. Het gebruik van deze middelen is schadelijk voor de samenleving, onder meer vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit. De verdachte heeft door zijn handelen eveneens een bijdrage geleverd aan het in stand houden van het harddrugscircuit. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 8 september 2021 is hij niet eerder voor soortgelijke feiten onherroepelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Beslissingen omtrent in beslag genomen en niet terug gegeven voorwerpen

Verbeurdverklaring
Het hof is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een geldbedrag van € 832,05 dient te worden verbeurd verklaard. Gebleken is dat het bewezenverklaarde feit met behulp van dat voorwerp, toebehorende aan de verdachte, is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
Onder de verdachte zijn daarnaast de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • 105 STK verdovende middelen (wit);
  • 41 STK verdovende middelen (bruin);
  • 1 STK telefoontoestel, zwart, merk: Samsung.
Het hof is van oordeel dat deze voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. De bewezenverklaarde feiten zijn met betrekking tot deze voorwerpen begaan dan wel met behulp van deze voorwerpen begaan of voorbereid. Het ongecontroleerde bezit van voormelde, inbeslaggenomen voorwerpen is in strijd met de wet en/of het algemeen belang.
Teruggave
Het hof is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een rode Apple iPhone aan de verdachte toebehoort en gelast de teruggave van deze telefoon aan de verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 33, 33a, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
90 (negentig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een geldbedrag van € 832,05.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
105 STK verdovende middelen (wit);
41 STK verdovende middelen (bruin);
1. STK telefoontoestel, zwart, merk: Samsung.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. STK telefoontoestel, rood, merk: Apple iPhone.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D. Radder, mr. C.J. van der Wilt en mr. A.W.T. Klappe, in tegenwoordigheid van
mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 oktober 2021.

BIJLAGE: Bewijsmiddelen

1.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2020220907-2 van 15 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (dossierpagina 1-3).
Dit proces-verbaal houdt in – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – de verklaring van de verbalisanten, dan wel een van hen:
Op 15 oktober 2020 omstreeks 14.55 uur hadden wij de portiekwoning van perceelnummer
207-217 aan de [adres 2] in Heemskerk in observatie in verband met mogelijk
dealgedrag.
Wij zagen dat de zwarte Skoda voor de portiek van de koper stopte. Wij zagen dat de koper
richting de zwarte Skoda liep en het bij rijdersportier opende. Wij zagen dat de koper met zijn
gelaat in het voertuig ging. Wij zagen dat de koper een kort contact moment had met de
personen in de zwarte Skoda. Dit moment duurde ongeveer 10 seconden. Wij zagen dat de
zwarte Skoda wegreed in de richting [adres 3] .
Ik vertelde aan de koper dat wij getuigen zijn geweest van een overdracht die zojuist heeft
plaatsgevonden. Wij hoorden de koper zeggen: Ik heb 20 euro aan hun gegeven, omdat ik een
schuld bij hun had open staan. Ik vroeg aan de koper waarvoor hij 20 euro schuld had. Wij
hoorden de koper zeggen: Ik heb gister een bolletje op de pof had gekocht. Ik vroeg aan de
koper in welke coupures hij het briefje van 20 had overhandigd. Wij hoorden de koper zeggen:
Ik heb gewoon een briefje van 20 euro gegeven. Ik vroeg aan de koper of hij dat bolletje bij
dezelfde personen had gekocht. Wij hoorden dat de koper zeggen: Ja.
Ambtshalve bekend dat de koper met een bolletje, harddrugs bedoeld. Ik vroeg aan de koper of
hij nu ook wat had gekocht. Wij hoorden de koper zeggen: Nee, ik had geen geld. Ik vroeg aan
hun of ik weer op de pof mocht kopen, maar dat wilden zij niet.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2020220907-8, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (dossierpagina 4-5).
Dit proces-verbaal houdt in – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – de verklaring van de verbalisant:
Ik was tijdens de observatie door collega’s van de woning ( [adres 2] te Heemskerk)
in een omliggende straat aanwezig. Ik hoorde via de portofoon dat er een vermoedelijke
(drugs) overdacht door hen was waargenomen. De vermoedelijke verkopers reden in een
zwarte Skoda met het volgende kenteken: [kenteken] . Ik ben uit mijn dienstvoertuig gestapt en
naar het voertuig (Skoda [kenteken] ) gelopen. Ik sprak de bestuurder van dit voertuig aan.
De bestuurder gaf op te zijn genaamd:
Naam: [verdachte]
Voornaam: [verdachte]
Geboren: [geboortedag 1] .1995
Ik zag dat [verdachte] een schoudertasje droeg. Ik vroeg hem of ik in dit schoudertasje mocht
kijken. Ik hoorde [verdachte] verklaren dat dit goed was. Ik keek in de schoudertas en zag een
grote hoeveelheid kleine coupures zitten.
Ik keek hierna door de openstaande portieren van voertuig naar de bijrijder. Ik herkende deze
direct ambtshalve van meerdere aanhoudingen in het afgelopen jaar ter zake bezit hard drugs.
De bijrijder is genaamd:
Naam: [naam]
Voornaam: [naam]
Geboren: [geboortedag 2] .2000
In de onderbroek van [verdachte] zat een zak met meerdere bolletjes wit en bruin. Tevens had
[verdachte] in zijn schoudertas een bedrag van 832.05 euro in kleine coupures.
3.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2020220907-7 van 17 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (dossierpagina 10-12).
Dit proces-verbaal houdt in – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – de verklaring van de verbalisant:
Telefoon
Tijdens de aanhoudingen, hoorde ik vrijwel direct vanuit de Skoda het geluid van de
beltoon van een mobiele telefoon komen.
In het vak van de bestuurdersportier zag ik een zwarte Samsung mobiele telefoon
liggen.
Ik heb deze Samsung uit het vak het portier gehaald en op de bijrijdersstoel
neergelegd, zodat ik er zicht op had.
De verdachten werden beiden vervoerd naar het politiebureau te Beverwijk.
Ik ben bij de Skoda blijven staan, in afwachting van een collega om de Skoda over te
brengen naar het politiebureau.
Dit wachten heeft ongeveer 15 minuten geduurd.
In deze 15 minuten werd deze aangetroffen Samsung meerdere keren gebeld.
Aangezien de namen en / of telefoonnummers gewoon zichtbaar waren in het beeldscherm
van de mobiele telefoon, heb ik in de eerste 1,5 uur na de aanhouding enkele van deze
genoteerd.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2020220907-26 van 17 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (dossierpagina 17).
Dit proces-verbaal houdt in – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – de verklaring van de verbalisant:
Op donderdag 15 oktober 2020, omstreeks 15:40 uur en later, werd in de Skoda Fabia,
voorzien van kenteken [kenteken] , in het vak van de bestuurdersportier een zwarte
Samsung telefoon aangetroffen en inbeslaggenomen.
Verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1995, werd aangetroffen en aangehouden op
het moment dat hij als bestuurder zat in dit voertuig.
Naar aanleiding van vorenstaande heb ik een onderzoek ingesteld naar de inbellende
telefoonnummers.
Middels raadpleging van het politiesysteem Bvi-b heb ik deze telefoonnummers en de.
namen gecontroleerd. Hieruit bleek dat de telefoonnummers en de namen die
geregistreerd stonden in het politiesysteem, te weten 10 van de 18 telefoonnummers/
namen, allen bekend stonden als drugsgebruikers danwel dat het een pand betrof die
met drugs te maken had.
Het is aannemelijk dat deze personen inbelden in verband met het kopen van verdovende
middelen gezien de verdovende middelen die werd aangetroffen en inbeslaggenomen onder
de verdachten.
5.
Een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1100-2020220907-21 (dossierpagina 51-52), inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats .: [adres 4]
Datum en tijd : 15 oktober 2020 te 16:12 uur
Beslagene
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedag 1] 1995
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in Nederland
Volgnummer 1
Goednummer : PLUOO-202O22O9O7-1197202
Categorie omschrijving : Medicamenten/hulpmiddelen
Object : Verdovende mid (Cocaine Crack)
Aantal/eenheid : 105 stuks
Kleur : Wit
Land : Nederland
6.
Een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1100-20202209.07-21 (dossierpagina 53-54), inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats : [adres 4]
Datum en tijd : 15 oktober 2020 te 16:12 uur
Beslagene
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedag 1] 1995
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in Nederland
Volgnummer 1
Goednummer : PLU00-2020220907-1197201
Categorie omschrijving : Medicamenten/hulpmiddelen
Object : Verdovende mid (Heroine)
Aantal/eenheid : 41 stuks
Kleur : Bruin
Land : Nederland
Bijzonderheden : Bolletjes
7.
Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met nummer PL1100-2020220907-37 van 26 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 6] en [verbalisant 7] (dossierpagina 58-60).
Dit proces-verbaal houdt in – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – het relaas van de verbalisanten, dan wel een van hen:
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
Goednummer : PL1100-2020220907-1197201
SIN : AANG0955NL
Aantal : 41
Omschrijving : Plastic bolletjes met bruine poeder
Goednummer : PL1100-2020220907-1197202
SIN : AANG0954NL
Aantal : 105
Omschrijving : Plastic bolletjes met witte brokjes
Monster A
Spoornummer : PLU00-2020220 907-72893
SIN : AALE3251NL
Relatie met SIN : AANG0955NL
spooromschrijving : Vaste stof, heroine
Wijze veiligstellen : Zak plastic
Datum/tijd veiligstellen : 26 oktober 2020 om 14:16 uur
Plaats veiligstellen : Waardenzak met 4lx plastic bolletje bruin 13.3 gram
Bijzonderheden •: Monster 10.x plastic bolletje bruin poeder 3.Igram
Positief voor heroïne
Monster B
Spoornummer : PL1100-2020220907-72894
SIN : AALE2390NL
Relatie met SIN : AANG0954NL
Spooromschrijving : Vaste stof, cocaine
Wijze veiligstellen : Zak plastic
Datum/tijd veiligstellen : 26 oktober 2020 om 14:28 uur
Plaats veiligstellen : Waardenzak met 105x plastic bolletjes witte brokjes
Bijzonderheden : Monster 20x plastic bolletje witte brokjes 6,0 gram
Positief voor cocaïne
8.
Een schriftelijk bescheid, te weten het rapport NFiDENT. van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 26 oktober 2020 (dossierpagina 61), inhoudende een verslag van een deskundige in als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 4°, van het Wetboek van Strafvordering, inhoudende:
Resultaten en conclusie
AALE3251NL poeder, bruin, uit 13,3 gram bevat heroïne
9.
Een schriftelijk bescheid, te weten het rapport NFiDENT. van het Nederlands Forensisch Instituut van 27 oktober 2020 (pag. 62), inhoudende een verslag van een deskundige in als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 4°, van het Wetboek van Strafvordering, inhoudende:
Resultaten en conclusie
AALE2390NL brokjes, wit, uit 33,8 gram bevat cocaïne
10.
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg op 5 januari 2021, inhoudende:
Het is juist dat ik op 15 oktober 2020 in een zwarte Skoda met kenteken [kenteken] reed, ik was de bestuurder. Het klopt dat er bolletjes in mijn onderbroek zaten en dat er geld in de schoudertas zat, die ik bij mij droeg.
=========================================================================
[…]