ECLI:NL:GHAMS:2021:3403
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding van kosten in rekestenprocedure op basis van onvolledige rapportage deskundige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 november 2021 uitspraak gedaan in een rekestenprocedure, waarin verzoeker een vergoeding vroeg voor kosten gemaakt in verband met een deskundigenrapport en rechtsbijstand. Het verzoekschrift was op 9 juli 2021 ingediend, waarna de advocaat-generaal op 26 juli 2021 zijn standpunt kenbaar maakte. Tijdens de openbare behandeling in raadkamer op 26 oktober 2021 was verzoeker niet aanwezig. De advocaat-generaal stelde dat de verzochte vergoeding afgewezen moest worden, omdat de conclusies van de deskundige terzijde waren gesteld wegens onvolledigheid van de rapportage. De advocaat van verzoeker pleitte voor toewijzing van de vergoeding, verwijzend naar het feit dat het hof de deskundige ambtshalve had opgeroepen en dat het hof in zijn arrest van 18 mei 2021 overwegingen had gewijd aan het rapport van de deskundige.
Het hof oordeelde dat de rapportage van de deskundige niet het belang van het onderzoek had gediend, omdat verzoeker geen openheid van zaken had gegeven en de deskundige slechts referenten had geraadpleegd die door verzoeker waren uitgezocht. Het hof concludeerde dat het niet billijk was om de verzochte vergoeding voor de kosten van het deskundigenrapport toe te kennen. Wel werd een vergoeding van € 680,00 voor de kosten van rechtsbijstand toegewezen, maar dit bedrag zou worden verrekend met een openstaand bedrag dat verzoeker aan de Staat verschuldigd was. De beslissing werd genomen op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering, en de beschikking werd openbaar uitgesproken.