Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
stillin het dossier slechts de zijkant van het gezicht van de persoon op de beelden toont. Bovendien draagt deze persoon een petje en een capuchon, hetgeen de herkenbaarheid bemoeilijkt. Mede gelet op de matige kwaliteit van de betreffende afbeelding in het dossier leidt dit ertoe dat aan deze herkenningen (nog) minder gewicht kan worden toegekend. Dat de verbalisanten de verdachte hebben herkend op de bewegende beelden doet hier niet aan af, nu deze beelden geen onderdeel uitmaken van het dossier en het hof derhalve niet kan beoordelen of de bewegende beelden van voldoende kwaliteit zijn om een herkenning op te baseren, waarbij het hof opmerkt dat de
stillin het dossier de indruk wekt een ingezoomde
stillte zijn. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat voornoemde herkenningen, ook in onderlinge samenhang, niet kunnen dienen als dragend bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
wellichtcamerabeelden van het ten laste gelegde beschikbaar zijn en dat zij deze heeft opgevraagd bij de politie. Door de advocaat-generaal is het voorwaardelijk verzoek gedaan de zaak aan te houden indien het hof van oordeel is dat het de beelden nodig heeft om tot een bewezenverklaring te komen, opdat de advocaat-generaal alsnog een poging kan doen deze in het bezit te krijgen.