Uitspraak
15-208158-19 tegen
Onderzoek van de zaak
21 april 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 augustus 2019 te Purmerend, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als beginnend bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, (de Newtonstraat), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door - na voorafgaand gebruik van alcoholhoudende drank - roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, terwijl sprake van een evenement waarbij publiek langs de zijlijn stond, met een niet toegestane en/of onverantwoord hoge snelheid te rijden terwijl de traction control van het motorrijtuig was uitgeschakeld en zijn motorrijtuig niet voortdurend onder controle te houden en daardoor op te botsen en/of aan te rijden tegen zich in dat publiek bevindende personen waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 1]) zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken scheen- en kuitbeen en verwondingen aan het hoofd, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, en/of waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 2]) zwaar lichamelijk letsel, te weten hoog energetisch trauma aan het hoofd, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, en/of waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 3]) zwaar lichamelijk letsel, te weten verwondingen aan zijn voet, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
hij op of omstreeks 25 augustus 2019 te Purmerend, in elk geval in Nederland als bestuurder van een voertuig (personenauto BMW, kenteken [kenteken]), daarmee rijdende op de weg, de Newtonstraat, terwijl sprake van een evenement waarbij publiek langs de zijlijn stond, met een niet toegestane en/of onverantwoord hoge snelheid te rijden terwijl de traction control van het motorrijtuig was uitgeschakeld en zijn motorrijtuig niet voortdurend onder controle te houden en daardoor op te botsen en/of aan te rijden tegen zich in dat publiek bevindende personen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
De raadsman heeft subsidiair betoogd de verdachte partieel vrij te spreken van het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3].
Bewezenverklaring
hij op 25 augustus 2019 te Purmerend als verkeersdeelnemer, namelijk als beginnend bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg de Newtonstraat, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door - na voorafgaand gebruik van alcoholhoudende drank - aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend, terwijl sprake was van een evenement waarbij publiek langs de zijlijn stond, met een niet toegestane en onverantwoord hoge snelheid te rijden terwijl de traction control van het motorrijtuig was uitgeschakeld en zijn motorrijtuig niet voortdurend onder controle te houden en daardoor aan te rijden tegen zich in dat publiek bevindende personen waardoor een ander genaamd [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken scheen- en kuitbeen en verwondingen aan het hoofd, werd toegebracht en waardoor een ander genaamd [slachtoffer 2] zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht dat daaruit tijdelijke ziekte en verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 mei 2021.