Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 april 2021.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 28 december 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1989, was eerder veroordeeld voor vermogensmisdrijven en had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, die werd vernietigd. Het hof verving de strafmotivering en voegde artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toe aan de toepasselijke wetsartikelen.
De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, met aftrek van voorarrest, voor de diefstal van Redbull en tiramisu bij een supermarkt. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd, terwijl de raadsvrouw pleitte voor een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof oordeelde dat de ernst van de feiten en de omstandigheden, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigden. Het hof achtte de opgelegde straf van drie weken passend en geboden, en wees de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf af.
Het hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat de verdachte geen respect heeft getoond voor andermans eigendom en dat dergelijke feiten niet alleen materiële schade veroorzaken, maar ook overlast voor het personeel van de betrokken winkel. De beslissing van het hof werd genomen in overeenstemming met de advocaat-generaal en de raadsvrouw, die beiden de afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging steunden. Het arrest werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van twee rechters die buiten staat waren om te ondertekenen.