ECLI:NL:GHAMS:2021:3815

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2021
Publicatiedatum
6 december 2021
Zaaknummer
23-002358-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in eerste aanleg door de politierechter in de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De zaak betreft het parketnummer 23-002358-20, dat is ingesteld tegen een vonnis van 20 oktober 2020. De verdachte is niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, omdat er geen schriftelijke grieven zijn ingediend en er ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht. Dit is in lijn met artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat een verdachte niet-ontvankelijk kan worden verklaard in het hoger beroep indien er geen grieven zijn ingediend. De beslissing van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het ingestelde hoger beroep.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-178272-20
parketnummer hoger beroep : 23-002358-20
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 februari 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 oktober 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1987 te Onbekend (Land onbekend)
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, in bijzijn van mr. B.K.M. Pouw, griffier.
mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen