ECLI:NL:GHAMS:2021:396

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2021
Publicatiedatum
16 februari 2021
Zaaknummer
23-001581-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet

Op 11 januari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 25 juni 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 10 januari 2020 in Amsterdam opzettelijk heeft gehandeld in strijd met artikel 2 onder B van de Opiumwet. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf, voor zover deze tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht. Daarnaast is er een geldbedrag van € 250, dat in beslag is genomen, verbeurd verklaard. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-036159-20
parketnummer hoger beroep : 23-001581-20
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 11 januari 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 25 juni 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 33, 33a en 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.
Gepleegd op 10 januari 2020 te Amsterdam.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd het inbeslaggenomen goed, te weten een geldbedrag van € 250.
Gewezen door mr. M.F.J.M. de Werd, in bijzijn van mr A.S. de Bruin, griffier.
mr. M.F.J.M. de Werd