ECLI:NL:GHAMS:2021:399

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2021
Publicatiedatum
16 februari 2021
Zaaknummer
23-000628-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

Op 11 januari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 20 februari 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in Somalië, die in hoger beroep ging tegen een eerder vonnis. Tijdens de zitting bleek dat de verdachte of zijn vertegenwoordiger geen schriftelijke grieven had ingediend, noch mondelinge bezwaren tegen het vonnis had opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder onderzocht zou worden. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De verdachte heeft ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen, wat betekent dat de uitspraak van het hof definitief is.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-035323-20
parketnummer hoger beroep : 23-000628-20
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 11 januari 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 februari 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] (Somalië)
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. M.F.J.M. de Werd, in bijzijn van mr A.S. de Bruin, griffier.
mr. M.F.J.M. de Werd
De verdachte heeft ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.