Op 11 januari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 15 januari 2020 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1991 in Marokko, die op 24 augustus 2018 in Hoofddorp opzettelijk heeft gehandeld in strijd met artikel 2 onder C van de Opiumwet. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bewezenverklaarde feit, dat valt onder de toepasselijke artikelen van de Opiumwet en het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van vijftig uren en, indien deze niet naar behoren wordt verricht, tot vijfentwintig dagen hechtenis. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde taakstraf, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per dag voorarrest. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.F.J.M. de Werd, in bijzijn van griffier mr. A.S. de Bruin.