ECLI:NL:GHAMS:2021:414

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 januari 2021
Publicatiedatum
16 februari 2021
Zaaknummer
23-003459-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet

Op 22 januari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1986 te [geboorteplaats], die op 23 november 2018 in Uitgeest opzettelijk heeft gehandeld in strijd met het verbod zoals gesteld in artikel 2 onder C van de Opiumwet. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bewezenverklaarde feit, dat valt onder de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, evenals de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren en 40 dagen hechtenis, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Tijdens de zitting hebben zowel de verdachte als de advocaat-generaal afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-044282-19
parketnummer hoger beroep : 23-003459-19
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 22 januari 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 10 mei 2019 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.
gepleegd
op 23 november 2018 te Uitgeest.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Gewezen door mr. C.J. van der Wilt, in bijzijn van mr A.S. de Bruin, griffier.
mr. C.J. van der Wilt
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.