ECLI:NL:GHAMS:2021:4160
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van leerplichtverzuim
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling wegens vermeend leerplichtverzuim van zijn jongere zoon, geboren in 2007. De tenlastelegging betrof het niet voldoen aan de verplichting om ervoor te zorgen dat de zoon, die ingeschreven stond bij een onderwijsinstelling, deze school regelmatig bezocht. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken.
Tijdens de zitting op 18 november 2021 heeft het hof de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de leerplichtige zoon daadwerkelijk ingeschreven was bij de onderwijsinstelling en dat hij naar deze school verwezen was. Het hof merkte op dat het dossier niet voldoende informatie bevatte over de redenen voor eventuele schorsingen en dat het onduidelijk was waarom de aangewezen school de enige geschikte optie voor de zoon was.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het hem tenlastegelegde. Het hof concludeerde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het leerplichtverzuim had begaan, en sprak hem daarvan vrij. Dit arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. M.K. Durdu-Agema, die buiten staat was om te ondertekenen.