Uitspraak
4 november 2020gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 januari 2020 in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte]
Gerechtshof Amsterdam
Op 4 november 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 januari 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op dat moment gedetineerd was in de penitentiaire inrichting Hoogvliet te Rotterdam. De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen, maar had schriftelijk afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de artikelen 22b en 63 van het Wetboek van Strafrecht. Dit houdt in dat het hof de toepasselijke wettelijke voorschriften aanvult in zijn beslissing. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige strafkamer van het hof, en de beslissing is genomen in het kader van het hoger beroep dat was ingesteld tegen het eerdere vonnis. De zaak heeft het parketnummer 23-000272-20 voor het hoger beroep en de parketnummers 96-197741-19 en 96-154645-18 voor de eerste aanleg. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 februari 2022.