ECLI:NL:GHAMS:2021:4278

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 november 2021
Publicatiedatum
14 januari 2022
Zaaknummer
23-000272-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van een vonnis in hoger beroep met inachtneming van wettelijke voorschriften

Op 4 november 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 januari 2020 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op dat moment gedetineerd was in de penitentiaire inrichting Hoogvliet te Rotterdam. De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen, maar had schriftelijk afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de artikelen 22b en 63 van het Wetboek van Strafrecht. Dit houdt in dat het hof de toepasselijke wettelijke voorschriften aanvult in zijn beslissing. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige strafkamer van het hof, en de beslissing is genomen in het kader van het hoger beroep dat was ingesteld tegen het eerdere vonnis. De zaak heeft het parketnummer 23-000272-20 voor het hoger beroep en de parketnummers 96-197741-19 en 96-154645-18 voor de eerste aanleg. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 februari 2022.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 96-197741-19 en 96-154645-18 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-000272-20
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van
4 november 2020gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 januari 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats]
adres: [adres],
thans uit andere hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting Hoogvliet te Rotterdam,
is niet ter terechtzitting verschenen.
De raadsheer deelt mede dat een schriftelijke verklaring van de verdachte is binnengekomen inhoudende dat hij afstand doet van zijn recht bij de terechtzitting van heden aanwezig te zijn.

VONNIS WAARVAN BEROEP

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof rekening houdt met het bepaalde in artikel 22b en 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), zodat het de toepasselijke wettelijke voorschriften daarmee aanvult.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Gewezen door mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, in bijzijn van M. de Waard, griffier.
mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen