ECLI:NL:GHAMS:2021:4332

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
18 februari 2022
Zaaknummer
23-000128-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak door politierechter in strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder op 2 januari 2020 vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hoger beroep is onbeperkt ingesteld door de verdachte, wat betekent dat het ook gericht is tegen de vrijspraak in eerste aanleg. Echter, volgens artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat er voor de verdachte geen hoger beroep open tegen deze beslissing van vrijspraak. Het hof heeft daarom de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak.

Het arrest is tot stand gekomen na onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 6 juli 2021, waarbij het hof ook kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis waarvan beroep voor zover dit aan zijn oordeel was onderworpen en heeft bevestigd dat de niet uitgewerkte bewijsmiddelen alsnog zullen worden uitgewerkt indien er cassatie wordt ingesteld.

De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, voor zover dit gericht is tegen de beslissing ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit. Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van de eerdergenoemde overwegingen. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof en is ondertekend door de griffier, hoewel mr. V.M.A. Sinnige niet in staat was om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000128-20
datum uitspraak: 20 juli 2021
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 2 januari 2020 in de strafzaak onder parketnummer 13-303893-19 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1992,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door politierechter in de rechtbank Amsterdam vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is namens de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 juli 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat de niet uitgewerkte bewijsmiddelen alsnog zullen worden uitgewerkt indien cassatie wordt ingesteld.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 tenlastegelegde.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. D. Radder en mr. V.M.A. Sinnige, in tegenwoordigheid van mr. S.L.D. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 juli 2021.
mr. V.M.A. Sinnige is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]