Uitspraak
- het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 29 oktober 2019 in de strafzaak onder de parketnummers 15-096291-19 en 15-140509-18 (TUL), en
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 februari 2021 in de strafzaak onder het parketnummer 15-034061-20, en
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 juli 2020 in de strafzaak onder het parketnummer 15-044536-20, en
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 22 januari 2020 in de strafzaken onder de parketnummers 15-263649-19, 15-140509-18 (TUL) en 15-074842-19 (TUL), tegen
zaak A, gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging, dat:
zaak B, voor zover in hoger beroep inhoudelijk nog aan de orde, dat:
2 hij op of omstreeks 6 februari 2020 te Haarlem opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde 2] (Bijzonder Opsporingsambtenaar), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "Ik neuk je kankermoeder, ik snij je dochters kut open", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
zaak Cdat:
1.hij in of omstreeks de periode van 15 februari 2020 t/m 16 februari 2020 te Haarlem een snorfiets (merk/type Sym Fiddle met kenteken [kenteken 1] en framenummer [nummer]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 3], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.hij in of omstreeks de periode van 15 februari 2020 t/m 16 februari 2020 te Haarlem een kentekenplaat (voorzien van kenteken [kenteken 2]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 4], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.hij op of omstreeks 18 februari 2020 te Haarlem [benadeelde 5] (werkzaam als politieambtenaar in de Eenheid Amsterdam) heeft mishandeld door die [benadeelde 5] met kracht in haar hand te bijten;
zaak Ddat:
2.hij op 6 februari 2020 te Haarlem opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde 2] (Bijzonder Opsporingsambtenaar), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Ik neuk je kankermoeder".
1.hij in de periode van 15 februari 2020 tot en met 16 februari 2020 te Haarlem een snorfiets, die toebehoorde aan [benadeelde 3], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.hij in de periode van 15 februari 2020 tot en met 16 februari 2020 te Haarlem een kentekenplaat (voorzien van kenteken [kenteken 2]), die aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 4], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.hij op 18 februari 2020 te Haarlem [benadeelde 5] (werkzaam als politieambtenaar in de Eenheid Amsterdam) heeft mishandeld door [benadeelde 5] met kracht in haar hand te bijten;
telkensop:
- immateriële schade € 10.000,00
- materiële schade (totaal) € 4.019,44
• dat de benadeelde partij zich in verband met de door het incident veroorzaakte psychische problemen onder behandeling van een psycholoog heeft laten stellen en een medicamenteuze behandeling in de vorm van een antidepressivum ondergaan, en
€ 300,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, als vergoeding voor immateriële schade. De vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen.
€ 582,45, te vermeerderen met de wettelijke rente, en strekt tot compensatie van materiële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 322,45. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
€ 22,97, te vermeerderen met de wettelijke rente, ter compensatie van materiële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
€ 11.070,64 (elfduizend zeventig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 3.570,64 (drieduizend vijfhonderdzeventig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
- 14 april 2019 over een bedrag van € 45,38 ter zake van Oxazepam;
- 4 juli 2019 over een bedrag van € 1.649,60 ter zake van pruiken;
- 8 oktober 2019 over een bedrag van € 226,06 ter zake van reiskosten;
- 20 januari 2021 over een bedrag van € 1.649,60 ter zake van pruiken;
€ 300,00 (driehonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 322,45 (driehonderdtweeëntwintig euro en vijfenveertig cent) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 22,97 (tweeëntwintig euro en zevenennegentig cent) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 150,00 (honderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gevangenisstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) dagen.