ECLI:NL:GHAMS:2021:4438

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
15 juli 2022
Zaaknummer
23-004322-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling met schadevergoeding

Op 14 september 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 22 november 2019 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling, gepleegd op 27 december 2018 te Hem, gemeente Drechterland. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het tweede tenlastegelegde feit. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 400,- met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die immateriële schade heeft geleden, ter hoogte van € 300,-. De vordering van een tweede benadeelde partij is afgewezen. Het hof heeft ook bepaald dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De aanvangsdatum voor de wettelijke rente is vastgesteld op 27 december 2018.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-203345-19
parketnummer hoger beroep : 23-004322-19
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 14 september 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 22 november 2019 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte 1]
voornamen:
[verdachte 2]
geboren: op [geboortedatum]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
mishandeling,
gepleegd op 27 december 2018 te Hem, gemeente Drechterland.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 36f en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 400,00 (vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 300,00 (driehonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1], ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 300,00 (driehonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 6 (zes) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
De aanvangsdatum voor de wettelijke rente is 27 december 2018.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Gewezen door mr. M.J.A. Duker, in bijzijn van mr. S.K. van Eck, griffier.
mr. M.J.A. Duker