ECLI:NL:GHAMS:2021:4459

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
23-001967-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake overtreding Wegenverkeerswet met voorwaardelijke gevangenisstraf en geldboete

Op 4 oktober 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 8 april 2019 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 7 november 2018 in Amsterdam een overtreding heeft gepleegd van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week, een geldboete van € 900,00 en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden. De gevangenisstraf zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist, indien de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing is genomen door mr. M.J.A. Duker, in bijzijn van mr. S. Geensen, griffier. Zowel de verdachte als de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-237943-18
parketnummer hoger beroep : 23-001967-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 4 oktober 2021, gewezen op het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 8 april 2019 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte01]
voornamen: [verdachte01]
geboren: op [geboortedatum01] 1984 te [geboorteplaats01]
adres: [adres01] .

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
gepleegd
op 7 november 2018 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 900,00 (negenhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
18 (achttien) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. M.J.A. Duker, in bijzijn van mr. S. Geensen, griffier.
mr. M.J.A. Duker
De verdachte en de advocaat-generaal hebben ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.