ECLI:NL:GHAMS:2021:731

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 maart 2021
Publicatiedatum
16 maart 2021
Zaaknummer
23-004258-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis politierechter inzake hennepbezit met strafmotivering

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 20 november 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1983, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor het aanwezig hebben van hennep. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 2 maart 2021 en het onderzoek in eerste aanleg. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte dezelfde straf zou krijgen als in eerste aanleg was opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar heeft de gronden voor de strafoplegging aangevuld met een bespreking van het strafmaatverweer dat in hoger beroep is gevoerd.

De raadsman van de verdachte heeft bepleit dat in plaats van een gevangenisstraf een taakstraf moet worden opgelegd, gezien de medische omstandigheden van de verdachte, waaronder niet-aangeboren hersenletsel en epileptische aanvallen. Het hof heeft echter vastgesteld dat, hoewel de medische omstandigheden het ondergaan van detentie zwaarder maken, dit niet betekent dat de verdachte detentieongeschikt is. Het hof heeft de gevangenisstraf, die eerder door de politierechter was opgelegd, passend geacht en heeft geen aanleiding gezien om de straf te matigen. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor het bewezenverklaarde bezit van een grote hoeveelheid verdovende middelen en heeft antecedenten op dit gebied. Het hof heeft de bewijsmiddelen en de omstandigheden van de zaak in overweging genomen en heeft de beslissing van de politierechter bevestigd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004258-19
datum uitspraak: 16 maart 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 november 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-074542-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1983,
postadres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beslissingen dan die van de eerste rechter. Het hof verenigt zich dan ook met het vonnis waarvan beroep en zal dit bevestigen, met dien verstande dat het hof:
  • de gronden waarop de beslissing tot strafoplegging berust zal aanvullen met de hierna opgenomen bespreking van het in hoger beroep gevoerde strafmaatverweer;
  • de bewijsmiddelen vervangt door de hierna opgenomen bewijsmiddelen;
  • bij de strafoplegging acht heeft geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 15 februari 2021;
  • bij de strafoplegging acht heeft geslagen op het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, zodat het de toepasselijke wettelijke voorschriften daarmee aanvult.

Aanvullende strafmotivering

Door de raadsman is in hoger beroep – kort samengevat – bepleit dat bij een veroordeling aan de verdachte een taakstraf moet worden opgelegd in plaats van een gevangenisstraf, omdat de verdachte als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel onder meer lijdt aan epileptische aanvallen en niet tegen kleine ruimtes kan. Volgens de raadsman is de verdachte detentieongeschikt. Bovendien dient rekening te worden gehouden met de ouderdom van de zaak, aldus de verdediging.
Het hof overweegt daaromtrent het volgende.
Vaststaat dat de verdachte hersenletsel heeft bekomen in 2017 en dat hij daar tot op heden nog altijd de gevolgen van ondervindt, zoals ook is overwogen door de politierechter. Uit de door de verdachte overgelegde (medische) stukken en hetgeen ter terechtzitting door de verdediging naar voren is gebracht kan worden opgemaakt dat bij de verdachte onder andere sprake is van ontremming, snelle prikkelbaarheid, agressie en epileptische aanvallen. Het hof wil aannemen dat deze omstandigheden het ondergaan van detentie mogelijk zwaarder maken voor de verdachte, dan voor iemand die deze medische problematiek niet kent en zal daar – net als de politierechter – in het voordeel van de verdachte rekening mee houden bij het bepalen van de hoogte van de straf. Maar dat de verdachte door deze problematiek detentieongeschikt zou zijn, zoals aangevoerd door de verdediging, blijkt echter niet uit de inhoud van de ingebrachte medische stukken, noch uit hetgeen overigens door de verdediging naar voren is gebracht over de situatie van de verdachte.
Het hof acht de door de politierechter opgelegde gevangenisstraf, waarbij met de persoonlijke (medische)
omstandigheden van de verdachte rekening is gehouden, passend en geboden en ziet in het hiervoor overwogene geen aanleiding een andere strafmodaliteit op te leggen. Bij de oplegging van de gevangenisstraf weegt voor het hof tevens mee dat de verdachte door zijn ontkennende proceshouding geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor het bewezenverklaarde bezit van een grote hoeveelheid verdovende middelen en dat hij antecedenten heeft op dat gebied. Aangezien berechting van de zaak in twee instanties binnen twee jaar heeft plaatsgevonden, ziet het hof anders dan de raadsman, geen aanleiding om de straf om die reden te matigen.

Bewijsmiddelen

1. Een proces-verbaal van
bevindingenmet nummer PL1300-2019063362-5 van 28 maart 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] [doorgenummerde pagina’s 3-4].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op woensdag 27 maart 19:40 uur bevond ik mij, verbalisant [verbalisant 1] , in burger gekleed op de [adres 2] te Amsterdam. Aldaar hoorde ik portofonisch dat verbalisant [verbalisant 2] een voertuig in het zicht had dat stil stond met een man als bestuurder erin op een laad- en loshaven op de [adres 1] te Amsterdam. Deze man bleek later te zijn [medeverdachte ] . Ik hoorde portofonisch dat na enkele minuten er een tweede man vanuit een woning aan de [adres 1] kwam gelopen en met twee boodschappen tassen richting het voertuig liep. Deze man bleek later te zijn [verdachte] . Ik hoorde dat [verdachte] naar het voertuig liep en de twee tassen in de achterbak van het voertuig zette. Ik hoorde dat kort hierop het voertuig wegreed waarna ik achter het voertuig aan ben gefietst. Ik zag dat verbalisant [verbalisant 3] het voertuig staande hield op de [adres 3] ter hoogte van perceel [nummer] . Ik hoorde portofonisch dat verbalisant [verbalisant 3] henneptoppen aantrof in de achterbak van het voertuig. Hierop heb ik mij bij de staande houding gevoegd en legitimeerde ik mij aan [medeverdachte ] als zijnde politie. Ik zag in de achterbak twee grote tassen met daarin henneptoppen liggen. Ik herkende direct de henneptoppen ambtshalve aan de kleur en vorm van de plant en sterke henneplucht die deze verspreid.
2. Een proces-verbaal van
bevindingenmet fotobijlage met nummer PL1300-2019063362-8 van
28 maart 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 2] [doorgenummerde pagina’s 5-13].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten (of één of meer van hen):
Ik, verbalisant [verbalisant 2] zag dat er op de [adres 1] een zilverkleurige Volkswagen personenauto, voorzien van het kenteken [kenteken] , geparkeerd stond. Ik zag dat er een persoon in het voertuig aanwezig was. Deze persoon bleek later te zijn genaamd: [medeverdachte ] , geboren op [geboortedag 2] -1982 te [geboorteplaats 2] . Ik zag dat [medeverdachte ] met zijn telefoon in zijn hand zat en dat hij schichtig om zich heen aan het kijken was. Hierop heb ik via de mij beschikbare politie registratiesystemen het hierboven benoemde kenteken bevraagd. Ik hoorde portofonisch dat in 2018 een persoon in het voertuig had gereden die antecedenten heeft terzake handel in harddrugs. Ik las dat deze persoon genaamd was: [medeverdachte ] , geboren [geboortedag 2] -1982. Ik herkende [medeverdachte ] middels zijn beschikbare SKDB foto als de inzittende van de Volkswagen.
Na ongeveer 15 minuten zag ik, [verbalisant 2] , dat er vanuit het perceel [adres 1] een persoon kwam lopen. Deze persoon bleek later te zijn genaamd:
[verdachte] , geboren op [geboortedag 1] -1983 te [geboorteplaats 1] . Ik zag dat [verdachte] twee grote tassen in zijn hand hield. Ik zag dat dit een lichtblauwe [winkel] tas en een witte "shopping bag" betrof. Ik zag vervolgens dat [verdachte] richting de hiervoor genoemde Volkswagen liep en dat hij ondertussen in een zwarte smartphone aan het praten was. Vervolgens zagen wij [verbalisant 2] en [verbalisant 5] dat [verdachte] de voorste deur aan de passagierszijde van de Volkswagen opende en dat hij de tassen op de bij rijdersstoel plaatste. Wij zagen dat [verdachte] kort hierop de tassen weer oppakte en het portier sloot, wij zagen dat [verdachte] hierop naar de achterzijde van de Volkswagen liep, de achterklep opende en de twee tassen in de achterbak plaatste. Hierop liep [verdachte] direct terug naar het perceel [adres 1] , opende de deur met een sleutel en ging naar binnen. Ik zag dat er alleen op de tweede verdieping licht brandde.
Ik, [verbalisant 2] heb hierop opnieuw een onderzoek uitgevoerd in de mij beschikbaar gestelde politiesystemen. Ik zag dat er op het perceel [adres 1] een aantal personen stond ingeschreven. Ik zag dat een ingeschrevene [verdachte] betrof. Ik herkende hierop [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] -1983 te [geboorteplaats 1] , door zijn aanwezige SKDB politiefoto als de persoon die ik even daarvoor de twee tassen in de Volkswagen had zien plaatsen. Ik, [verbalisant 2] , heb het voornoemde perceel [adres 1] in observatie gehouden. Ik heb vanaf het moment dat [verdachte] het perceel opnieuw had betreden geen personen in of uit het pand zien komen.
Ik, verbalisant [verbalisant 4] , nam hierop telefonisch contact op met hulpofficier van justitie [verbalisant 6] . Ik vertelde haar bovenstaande bevindingen. Ik hoorde [verbalisant 6] zeggen dat zij toestemming gaf om de woning aan de [adres 1] te betreden ter aanhouding van [verdachte] en ter inbeslagname van aanwezige drugs. Op woensdag 27 maart 2019 te 20.40 uur ontving ik digitaal de machtiging om de woning te betreden.
Vervolgens hebben wij, verbalisanten, aangebeld bij perceel [adres 1] . Na enige tijd zag wij een persoon voor het geopende raam staan die wij, verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 2] , herkenden als zijnde de persoon die de twee tassen in de Volkswagen geplaatst had. Deze persoon bleek, zoals eerder genoemd, [verdachte] te zijn genaamd. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , vroeg aan [verdachte] om de deur te openen waaraan [verdachte] vervolgens voldeed. Hierop is [verdachte] aangehouden. Ik, verbalisant [verbalisant 4] , toonde [verdachte] direct de digitale machtiging.
Hierop hebben wij, verbalisanten, een onderzoek ingesteld in het voornoemde perceel.
Wij roken een sterke henneplucht in de woning. In de slaapkamer van de woning zagen wij een grote, blauw met wit geruite, tas naast het bed staan. Wij roken dat er een sterke henneplucht vanuit de tas kwam. Tevens stond er naast deze tas een kartonnen doos met daarin een zwarte zak. Ook daar kwam een sterke henneplucht vanaf.
Daarop hebben wij, verbalisanten, de eerder genoemde tassen en doos met inhoud in beslag genomen. Op politiebureau Zuid Buitenveldert hebben wij, verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , onderzoek gedaan naar de in beslag genomen tassen. In de tassen troffen wij zeven (7) zakken met henneptoppen.
3. Een proces-verbaal van
verhoor verdachtemet nummer PL1300-2019063362-25 van 28 maart 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] [doorgenummerde pagina’s 36-39].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 28 maart 2019 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
verdachte:
V- U woont op de [adres 1] ?
A- Ja.
V- Sinds wanneer woont u daar?
A- Een paar jaar, maar ik weet niet meer precies per wanneer.
V- Met wie woont u daar?
A- Ik woon alleen.
V- Heeft u nog andere voertuigen/woningen/ e.d. op uw naam staan?
A- Nee, dit is mijn enige adres, en ik heb geen vervoermiddelen.
4. Een geschrift, zijnde een
kennisgeving van inbeslagneming van 27 maart 2019met nummer PL1300-2019063362-9 [doorgenummerde pagina’s 72-77].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming
Plaats : [adres 1]
Datum en tijd : 27 maart 2019 te 21:30 uur
Omstandigheden : Aangetroffen in woning van verdachte [verdachte] .
Volgnummer 1
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728054
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Verpakking : Zak plastic
Bijzonderheden : 341,76 gram inclusief verpakking.
Volgnummer 2
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728055
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Verpakking : Zak plastic
Bijzonderheden : 967,76 gram inclusief verpakking
Volgnummer 3
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728057
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Verpakking : Zak plastic
Bijzonderheden : 2,2 kilo
Volgnummer 4
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728058
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Verpakking : Zak plastic
Bijzonderheden : 2,4 kilo
5. Een geschrift, zijnde een
kennisgeving van inbeslagnemingvan 27 maart 2019 met nummer PL1300-2019063362-12 [doorgenummerde pagina’s 81-82].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming
Plaats : [adres 1]
Datum en tijd : 27 maart 2019 te 23:08 uur
Omstandigheden : Aangetroffen in woning van verdachte [verdachte] .
Volgnummer 1
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728065
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Verpakking : Zak plastic
Bijzonderheden : 2,4 kilo
6. Een geschrift, zijnde een
kennisgeving van inbeslagneming van 27 maart 2019met nummer PL1300-2019063362-13 [doorgenummerde pagina’s 83-85].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming
Plaats : [adres 1]
Datum en tijd: 27 maart 2019 te 21:30 uur
Omstandigheden : Henneptoppen aangetroffen in de woning van verdachte [verdachte] .
Zakken zaten in een grote zwarte tas. Zwarte tas stond weer in een kartonnen doos.
Volgnummer 1
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728066
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Verpakking : Zak plastic
Land : Nederland
Inhoud : 237,78 gram inclusief verpakking
Bijzonderheden : Tekst op zak: 238gr total
Volgnummer 2
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728067
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Bijzonderheden : 1,8 kilo
7. Een geschrift, zijnde een
kennisgeving van inbeslagnemingvan 27 maart 2019 met nummer PL1300-2019063362-10 [doorgenummerde pagina’s 75-77].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming
Plaats : [adres 3]
Datum en tijd : 27 maart 2019 te 20:00 uur
Omstandigheden: Tas met henneptoppen aangetroffen achter in het voertuig van de verdachte [medeverdachte ] .
Volgnummer 1
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728061
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Verpakking : Zak plastic
Bijzonderheden : 2,8 kilo
8. Een geschrift, zijnde een
kennisgeving van inbeslagnemingvan 27 maart 2019 met nummer PL1300-2019063362-11 [doorgenummerde pagina’s 78-80].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming
Plaats : [adres 3]
Datum en tijd : 27 maart 2019 te 20:00 uur
Omstandigheden : Tas met henneptoppen aangetroffen achter in voertuig van verdachte [medeverdachte ] .
Volgnummer 1
Goednummer : PL1300-2019063362-
5728062
Object : Hennepplant (Henneptoppen)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Verpakking : Zak plastic
Bijzonderheden : 2,4 kilo
9. Een proces-verbaal van
bevindingenmet fotobijlage met nummer PL1300-2019063362-24 van
28 maart 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] [doorgenummerde pagina’s 15-31].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten (of één of meer van hen):
Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring opgedaan bij eerdere onderzoeken naar hennep dat het bij de aangetroffen middelen/stoffen om hennep ging. Verder constateerden wij dat gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen middelen/ stoffen hennep betrof.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waarvan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Op donderdag 28 maart 2019, omstreeks 09.00 uur wogen wij per in beslag genomen zak hennep het gewicht. Wij zullen hieronder per goednummer het gewogen gewicht benoemen. Wij hebben foto's gemaakt waarop het gewicht van de weging en het goed zelf te zien zijn. Genoemde foto's zullen bij het verbaal worden gevoegd.
Goednummer 5728054; 342,76 gram
Goednummer 5728055; 967,76 gram
Goednummer 5728057; 2,2 kilogram
Goednummer 5728058; 2,4 kilogram
Goednummer 5728061; 2,8 kilogram
Goednummer 5728062; 2,4 kilogram
Goednummer 5728065; 2,4 kilogram
Goednummer 5728066; 237,78 gram
Goednummer 5728067; 1,8 kilogram
De hiervoor vermelde bewijsmiddelen, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreft, zijn telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.P. van Heusden, mr. C.J. van der Wilt en mr. A.W.T. Klappe, in tegenwoordigheid van
mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
16 maart 2021.