ECLI:NL:GHAMS:2022:1236
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing vordering voorlopige hechtenis in drugszaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 maart 2022 in raadkamer uitspraak gedaan over het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 14 februari 2022. De rechtbank had de vordering tot gevangenhouding van de verdachte afgewezen. Het hof heeft de stukken van de zaak bestudeerd, waaronder de akte van de griffier en de motivering van de rechter-commissaris van 4 februari 2022. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de advocaat van de verdachte een mondeling schorsingsverzoek ingediend.
Het hof heeft geconcludeerd dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, die betrokken zou zijn bij grootschalige handel in cocaïne en het witwassen van grote geldbedragen. De verdachte had cryptotelefoons in zijn bezit, wat duidt op voortzetting van criminele activiteiten. Het hof oordeelt dat er recidivegevaar aanwezig is en dat de persoonlijke belangen van de verdachte niet opwegen tegen het maatschappelijk belang van zijn voorlopige hechtenis.
Daarom heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd, de vordering tot gevangenhouding van de verdachte voor 90 dagen toegewezen en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de advocaat-generaal de beschikking ter kennis van de verdachte heeft gebracht.