ECLI:NL:GHAMS:2022:2221
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.M. Koolen - Zwijnenburg
- V.M.A. Sinnige
- C.N. Dalebout
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep na mededeling van raadsman
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 15 maart 2022. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar tijdens de zitting op 3 mei 2022 en opnieuw op 14 juli 2022 heeft de raadsman van de verdachte te kennen gegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven. Dit leidde tot de vraag van de ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke grieven zijn ingediend door of namens de verdachte en dat er ook geen ander rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.
De beslissing van het hof is als volgt: de verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juli 2022. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. S. den Hartog. Het is belangrijk op te merken dat mr. V.M.A. Sinnige buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.