In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1999, was werkzaam als verkoopmedewerkster bij de Bijenkorf en is beschuldigd van medeplegen van verduistering. De tenlastelegging betrof het opzettelijk verduisteren van kledingstukken ter waarde van ongeveer € 11.000,- in de periode van 15 tot en met 24 november 2019 te Amstelveen. De verdachte heeft het feit bekend en het hof heeft de bewijsmiddelen, waaronder haar bekennende verklaring en proces-verbaal van aangifte, in overweging genomen.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening bevatte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en heeft haar vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De verdachte is strafbaar verklaard en het hof heeft een taakstraf van 100 uren opgelegd, met de mogelijkheid van 50 dagen hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft rekening gehouden met de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de achtergrond van de verdachte, die rechten studeert en een toekomst in de advocatuur ambieert. Ondanks de ernst van de feiten heeft het hof besloten af te wijken van de gebruikelijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.