Uitspraak
Kwalificatie van het bewezenverklaarde
Gepleegd
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) hechtenis.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats], werd beschuldigd van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd. De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte heeft op 29 oktober 2019 te IJmuiden, gemeente Velsen, het bewezenverklaarde feit gepleegd. Het hof heeft de kwalificatie van het bewezenverklaarde bevestigd en de toepasselijke wettelijke voorschriften zijn de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, alsook de artikelen 23, 24, 24c, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 en 10 dagen hechtenis, waarbij bij gebreke van betaling en verhaal de hechtenis kan worden opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.I. de Jong, in bijzijn van mr. R.M. ter Horst, griffier.