ECLI:NL:GHAMS:2022:281
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens intrekking van bezwaren
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was in hoger beroep gegaan tegen een eerder vonnis, maar heeft op 25 januari 2022 via zijn raadsman laten weten het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit leidde tot de vraag of de verdachte ontvankelijk was in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, door het intrekken van zijn bezwaren, niet langer rechtens te respecteren belangen had die een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigden. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan in een schriftelijk arrest, waarbij de enkelvoudige kamer van het gerechtshof Amsterdam zitting had. De beslissing is op de openbare terechtzitting van 25 januari 2022 uitgesproken.