ECLI:NL:GHAMS:2022:2914

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2022
Publicatiedatum
12 oktober 2022
Zaaknummer
23-001876-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal van container met sigaretten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1974, was eerder veroordeeld voor de diefstal van een container met sigaretten. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken. Tijdens de zitting op 26 september 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van zes weken had geëist. De raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak, stellende dat uit het dossier niet kon worden vastgesteld dat de verdachte de container had weggenomen.

Het hof overwoog dat de aangifte en de bevindingen in het dossier onvoldoende bewijs boden om de verdachte te veroordelen. De bewijsvoering was niet eenduidig en voldeed niet aan de vereiste mate van zekerheid voor een bewezenverklaring. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg een schadevergoeding had gevorderd van € 5.386,62, waarvan € 4.200,00 was toegewezen. Aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden, verklaarde het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.

Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak werd gedaan op een openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was. Het hof heeft de zaak grondig onderzocht en kwam tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de diefstal had gepleegd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001876-20
datum uitspraak: 10 oktober 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 17 juni 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-086083-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 september 2022.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof – in tegenstelling tot de politierechter – tot een vrijspraak komt.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit omdat – kort samengevat – uit het dossier niet kan worden vastgesteld dat het de verdachte betreft die de container met sigaretten heeft weggenomen en dat deze container daadwerkelijk in de laadruimte van zijn vrachtwagen heeft gestaan.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de aangifte volgt een reeks aan bevindingen die er, samen genomen, op neer komen dat de verdachte (container(s) met) sigaretten toebehorende aan [benadeelde] wederrechtelijk zou hebben weggenomen door die in zijn vrachtwagen te laden. De reeks van bevindingen - en de conclusies die eruit zijn getrokken - zijn onvoldoende te herleiden tot en vinden onvoldoende eenduidig en specifiek steun in de overige stukken in het dossier, waardoor niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte de sigaretten wederrechtelijk heeft weggenomen. Om die reden is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.386,62. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 4.200,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het primair en subsidiair tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. P. Greve en mr. M. van der Horst, in tegenwoordigheid van
mr. D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 oktober 2022.
mr. P. Greve en mr. M. van der Horst zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen
=========================================================================
[…]
[…]