ECLI:NL:GHAMS:2022:2931

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
200.307.028/01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen notaris over onzorgvuldig handelen bij kadastrale splitsing en informatieplicht

In deze zaak gaat het om een klacht van klager tegen notaris mr. [appellant] over onzorgvuldig handelen bij de kadastrale splitsing van een terrein. Klager had een intentieovereenkomst gesloten met een projectontwikkelaar voor de ontwikkeling van vier woningen op zijn terrein. De notaris heeft de koopovereenkomsten opgesteld en de akten van levering gepasseerd, maar heeft klager niet geïnformeerd over de kadastrale splitsing. Hierdoor zijn de perceelsgrenzen niet correct vastgesteld, wat leidde tot geschillen met de kopers van de bouwkavels. Klager heeft de notaris verweten dat hij niet aan zijn informatieplicht heeft voldaan, wat resulteerde in een klacht bij de kamer voor het notariaat. De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en de notaris een waarschuwing opgelegd, evenals een proceskostenveroordeling. De notaris heeft in hoger beroep aangevoerd dat klager misbruik maakt van zijn klachtrecht, maar het hof oordeelt dat klager ontvankelijk is in zijn klacht. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer en legt de notaris dezelfde maatregel op, omdat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld en zijn informatieplicht niet is nagekomen. De notaris wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klager en aan het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.307.028/01 NOT
nummer eerste aanleg : SHE/2021/30
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 18 oktober 2022
inzake
mr. [appellant],
notaris te [vestigingsplaats] ,
appellant,
gemachtigde: mr. I. van der Hoeven, advocaat te Middelburg,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,

wonend te [woonplaats] ,
2.
[geïntimeerde 2],
wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
gemachtigde: mr. S.J. Nauta, advocaat te Barendrecht.
Appellant wordt hierna de notaris genoemd. Geïntimeerden worden ook aangeduid als klagers en geïntimeerde sub 1 als klager.

1.De zaak in het kort

Klager heeft met een projectontwikkelaar een intentieovereenkomst gesloten over de ontwikkeling van vier woningen op een deel van het terrein van klager, waarbij de ontwikkeling voor rekening en risico van de projectontwikkelaar komt. De notaris heeft de koopovereenkomsten opgesteld, het terrein gesplitst en de akten van zowel de economische levering als van de juridische levering gepasseerd. Bij het passeren van de akten is klager telkens bij volmacht verschenen. Vervolgens is er een geschil ontstaan over de perceelsgrenzen van de vier woningen. Klagers verwijten de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door klager niet te informeren over en/of te betrekken bij de kadastrale splitsing van het terrein. Als gevolg hiervan is het terrein niet op de juiste wijze gesplitst en heeft de notaris vier leveringsakten gepasseerd waarbij aan de betreffende kopers bouwkavels zijn geleverd die qua perceelsgrenzen niet overeenkomen met de intentieovereenkomst en de vier koopovereenkomsten.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
De notaris heeft op 15 februari 2022 een beroepschrift – met bijlagen – bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort [plaats] (hierna: de kamer) van 17 januari 2022 (ECLI:NL:TNORSHE:2022:7).
2.2.
Klagers hebben op 30 maart 2022 een verweerschrift – met bijlage – bij het hof ingediend.
2.3.
Door de notaris is op 26 april 2022 en 2 mei 2022 een aanvullende productie ingediend.
2.4.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
2.5.
De zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van het hof van 7 juli 2022. De notaris, vergezeld van zijn gemachtigde, en de gemachtigde van klagers zijn verschenen. De gemachtigde van klagers heeft vooraf laten weten dat klagers niet in staat zijn op de zitting te verschijnen. Beide gemachtigden hebben het woord gevoerd aan de hand van aan het hof overgelegde spreekaantekeningen.

3.Feiten

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
3.1.
Klagers zijn gehuwd. Klager is eigenaar van de echtelijke woning aan de [adres] te [woonplaats] . Het perceel waarop deze woning staat, was voorheen kadastraal bekend als gemeente [woonplaats] [perceelnummer 1] (hierna: [perceelnummer 1] ). Aan dit perceel grenst een eveneens aan klager in eigendom toebehorend perceel tuin, kadastraal bekend als gemeente [woonplaats] [perceelnummer 2] (hierna: [perceelnummer 2] ).
3.2.
Klager heeft op 30 november 2017 met [bedrijf 1] B.V. (hierna: [bedrijf 1] ) een intentieovereenkomst gesloten, die is neergelegd in een onderhandse akte van dezelfde datum. Deze intentieovereenkomst heeft betrekking op een gedeelte van de aan klager in eigendom toebehorende grond, gelegen aan de achterzijde van de echtelijke woning (hierna: het terrein). Uit de intentieovereenkomst volgt dat het de bedoeling is dat het terrein wordt verdeeld in vier bouwkavels – waarop vier woningen worden gerealiseerd – en dat deze bouwkavels afzonderlijk worden verkocht. In de intentieovereenkomst wordt het terrein niet nader (kadastraal) aangeduid, maar wordt verwezen naar een aan de intentieovereenkomst gehechte tekening (hierna ook: de intentietekening) van [bedrijf 2] Architecten (hierna: [bedrijf 2] ) van 17 november 2017. In de intentieovereenkomst staat onder meer het volgende vermeld:

Partijen:
(…)
gaan de volgende inspanningsverplichting aan:
  • [Klagers]
  • Makelaardij [bedrijf 3] heeft [bedrijf 1] benaderd voor de ontwikkeling. [bedrijf 1] zal voor eigen rekening en risico een plan voor 2 blokken van 2 woningen ontwikkelen. [bedrijf 1] zal bij doorgang van het project een aannemingsovereenkomst leveren voor de nieuwe kopers.
  • Na de grondoverdracht zal [bedrijf 1] voor eigen rekening zorgdragen voor het verwijderen het groen en opstallen. Hiertoe zal [bedrijf 1] indien nodig vergunning aanvragen om het terrein bouwrijp te maken.
  • [Klagers]
  • De nieuwe erfgrens aan de voorzijde van de woningen zal evenwijdig aan het bouwblok op 3,5 meter afstand komen te liggen. Hierdoor ontstaat een te verkopen perceel diepte van (8,5 + 12 + 3,5 =) 24 meter aan de 4 kopers. De gemeente zal worden verzocht medewerking te verlenen aan plaatsing van de voorgevels van de nieuw te bouwen woningen evenwijdig aan de bestaande blokken van 2. Hierdoor draait de bebouwing iets (spie-vorm) en ontstaan (deels) iets diepere achtertuinen.
  • Het overblijvende gedeelte (witte vlak) aan de voorzijde moet conform afspraak met de gemeente [woonplaats] worden benut voor het doortrekken van de weg en nutsvoorzieningen en zal bij voorkeur “om niet” worden overgedragen aan de gemeente, e.e.a. in overleg met de gemeente. De aanlegkosten van de weg en het doortrekken van de nuts voorzieningen is voor rekening van [bedrijf 1] .
  • (…)
3.3.
Vervolgens hebben klager en [bedrijf 1] gezamenlijk de grenzen van de te vormen vier bouwkavels in het terrein uitgezet.
3.4.
In opdracht van [bedrijf 1] heeft [bedrijf 2] op 22 januari 2018 opnieuw een tekening (hierna: de tweede tekening) van de te vormen vier bouwkavels gemaakt.
3.5.
In opdracht van [bedrijf 1] heeft [bedrijf 4] B.V. op 31 mei 2018 een tekening van de te vormen bouwkavels gemaakt waarop staat vermeld: verkooptekening (hierna: de verkooptekening).
3.6.
De notaris heeft met betrekking tot de vier bouwkavels de concept-koopovereenkomsten en de concept-akten van (economische en juridische) levering opgesteld en deze stukken onder meer toegezonden aan (de fiscaal adviseur van) klager.
3.7.
In december 2018 heeft klager de vier bouwkavels afzonderlijk (vrij op naam) verkocht aan derden. In de koopovereenkomsten is vastgelegd dat de leveringen zullen worden verzorgd door de notaris. In de koopovereenkomsten worden de bouwkavels als volgt omschreven:

een perceel grond met de zich daarop bevindende opstallen en verder toebehoren, gelegen te [woonplaats] aan [straat] , uitmakende een gedeelte van[oppervlakte; deze verschilt per bouwkavel]
van de percelen kadastraal bekend gemeente [woonplaats] [perceelnummer 2] , groot 405 m² en [perceelnummer 1] groot 4305 m²,
3.8.
Vervolgens heeft de notaris het kadaster verzocht om het terrein te splitsen. De splitsing heeft op 1 februari 2019 plaatsgevonden op basis van een gml-tekening (hierna: de gml-tekening) die door [bedrijf 1] aan de notaris was verstrekt. [perceelnummer 1] is gesplitst in zes percelen, te weten [perceelnummer 3] (het perceel met de daarop gelegen echtelijke woning), percelen [perceelnummer 4] , [perceelnummer 5] , [perceelnummer 6] en [perceelnummer 7] (de vier bouwkavels) en perceel [perceelnummer 8] (een strook grond gelegen aan de voorzijde van de percelen [perceelnummer 7] en [perceelnummer 6] ). Het [perceelnummer 2] is niet in de splitsing betrokken.
3.9.
Op 6 februari 2019 heeft klager een volmacht getekend. In deze volmacht staat onder meer vermeld dat klager volmacht geeft aan iedere medewerker van de notaris om namens hem aan de individuele kopers te leveren:

percelen tuin en verder toebehoren gelegen nabij [adres] , [postcode] [woonplaats] , kadastraal bekend gemeente [woonplaats] , [sectie] ,
  • nummer [perceelnummer 7] , (ongeveer) groot drie are en veertien centiare (3 a 14 ca),
  • nummer [perceelnummer 6] , (ongeveer) groot twee are en drieënnegentig centiare (2 a 93 ca),
  • nummer [perceelnummer 5] , (ongeveer) groot twee are en drieënnegentig centiare (2 a 93 ca),
  • nummer [perceelnummer 4] , (ongeveer) groot drie are en dertien centiare (3 a 13 ca),
aan welk percelen door het kadaster een voorlopige kadastrale grens en - oppervlakte is toegekend,
3.10.
Op 8 februari 2019 heeft een waarnemer van de notaris met gebruikmaking van de door klager getekende volmacht de akten van levering van de economische eigendom van de vier bouwkavels (de percelen [perceelnummer 4] , [perceelnummer 5] , [perceelnummer 6] en [perceelnummer 7] , plaatselijk bekend als respectievelijk [straat] [huisnummer 1] , [huisnummer 2] , [huisnummer 3] en [huisnummer 4] te [woonplaats] ) aan de betreffende kopers afzonderlijk gepasseerd.
3.11.
Bij e-mail van 25 maart 2019 om 11:55 uur aan (onder meer) een medewerkster van de notaris heeft klager het volgende laten weten:

Wil nog even toevoegen dat de achter grens van alle 4 de percelen er nu al bijna in z’n geheel staat en de afrasteringen inclusief de Hedera beplanting staat NIET OP DE GRENS, maar op mijn eigen terrein. Lijkt me goed dit in de acte duidelijk te vermelden.
3.12.
Bij e-mail van 25 maart 2019 om 17:26 uur heeft de medewerkster van de notaris onder meer het volgende aan klager te kennen gegeven:

De ontwerpen zijn toegestuurd aan alle partijen, uit de tekening blijkt hoe de kadastrale situatie is. Dit kan dus voor niemand een verrassing zijn en daarom voegt nadere specificatie niets toe.”
3.13.
In de periode van 26 maart tot en met 25 april 2019 heeft de notaris met gebruikmaking van de door klager getekende volmacht de akten van levering van de juridische eigendom gepasseerd, waarbij klager de vier bouwkavels (de percelen [perceelnummer 4] , [perceelnummer 5] , [perceelnummer 6] en [perceelnummer 7] ) afzonderlijk heeft geleverd aan de betreffende kopers.
3.14.
Nadien heeft klager van een aantal eigenaren van de bouwkavels bericht ontvangen dat het door klager geplaatste gaashekwerk met hedera op hun bouwkavels zou staan in plaats van op het in eigendom van klager gebleven [perceelnummer 3] .
3.15.
Vervolgens heeft klager contact opgenomen met het kadaster. Het kadaster heeft klager geadviseerd om contact op te nemen met de notaris. Bij e-mail van 13 januari 2020 heeft klager aan de notaris te kennen gegeven dat de kadastrale splitsing van het terrein niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden en dat [perceelnummer 2] ten onrechte buiten de splitsing is gehouden.
3.16.
Bij aangetekende brief van 17 januari 2020 heeft klager het volgende te kennen gegeven aan de notaris:

Uit de leveringsaktes betreffende de percelen [straat] nrs. [huisnummer 4] , [huisnummer 3] , [huisnummer 2] en [huisnummer 1] te [woonplaats] en een tekeningetje wat ik destijds van uw kantoor heb ontvangen, is mij gebleken dat – in afwijking van de omschrijving van de verkochte kavels in de 4 koopovereenkomsten – het perceel [perceelnummer 2] ten onrechte niet is meegenomen in de vorming van de voorlopige percelen [woonplaats] [perceelnummer 4] , [perceelnummer 5] , [perceelnummer 6] en [perceelnummer 7] .
Deze op basis van het tekeningetje gevormde, voorlopige percelen zijn daarom onjuist op de kadastrale kaart afgebeeld. Deze percelen moeten minstens 1,50 meter worden verschoven richting de aan te leggen weg [straat] , zoals is vastgelegd in de koopovereenkomsten en een daaraan ten grondslag liggend contract.
Ik verzoek u mij zo spoedig mogelijk mee te delen door wie het bedoelde tekeningetje is vervaardigd en aan u is afgegeven en waarom is afgeweken van de koopovereenkomsten? Helaas heb ik voorafgaand aan de inschrijving van de leveringsaktes in de openbare registers geen concept noch de leveringsakten d.d. 2542019 van u mogen ontvangen, zodat ik u ook niet eerder op deze omissie heb kunnen attenderen.
Ik heb reeds afgelopen week met uw kantoor telefonisch contact gehad, maar de toegezegde reactie is tot nu toe uitgebleven. En heb toen op andere wijze deze leveringsakten kunnen inzien.
Met belangstelling zie ik op korte termijn uw reactie tegemoet.
3.17.
Partijen hebben vervolgens hierover gecorrespondeerd. Bemiddeling door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft geen resultaat gehad.

4.Standpunt van klagers

Klagers verwijten de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door klager niet te informeren over en/of te betrekken bij de kadastrale splitsing van het terrein. Als gevolg hiervan is het terrein niet op de juiste wijze gesplitst en heeft de notaris vier leveringsakten gepasseerd waarbij aan de betreffende kopers bouwkavels zijn geleverd die qua perceelsgrenzen niet overeenkomen met de intentieovereenkomst tussen klagers en [bedrijf 1] en de vier koopovereenkomsten tussen klager en de individuele kopers.

5.Beoordeling

5.1.
De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht gegrond verklaard en aan de notaris de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voorts heeft de kamer de notaris veroordeeld in de kosten.
Klagers zijn ontvankelijk in hun klacht
5.2.
In zijn beroepschrift heeft de notaris aangevoerd dat klagers niet in hun klachten kunnen worden ontvangen omdat zij misbruik maken van hun klachtrecht en het procesrecht. Volgens de notaris beogen klagers met deze tuchtprocedure kennelijk versterking te krijgen van de door hen benodigde argumentatie ter onderbouwing van hun civiele claim om hun vermeende schade te verhalen.
Het hof is van oordeel dat dit motief in beginsel niet in de weg staat aan het voeren van deze tuchtprocedure. Bijkomende feiten en omstandigheden die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, zijn niet aangevoerd. Het hof gaat daarom voorbij aan deze stelling van de notaris, zodat klagers ontvankelijk zijn in hun klacht. Ook de in dit verband geponeerde stelling dat klager niet te goeder trouw zou zijn, wordt gepasseerd. De notaris voert aan dat klager de notaris aanvankelijk heeft verzocht om hem niet te betrekken bij de hele gang van zaken, maar in deze procedure neemt hij een tegen-gesteld standpunt in. Deze stelling, wat er verder ook van zij, levert geen grond op om de klacht niet-ontvankelijk te achten.
De notaris heeft niet aan zijn informatieplicht voldaan
5.3.
De kamer heeft geoordeeld dat de notaris niet aan zijn informatie- en onderzoeksplicht heeft voldaan en heeft daarbij een aantal omstandigheden in aanmerking genomen. In het licht van deze omstandigheden was het in het door de notaris te verrichten onderzoek naar de omvang, begrenzing en ligging van de vier bouwkavels een logische stap geweest om klager – aan de hand van een kadastrale tekening – te informeren over de splitsing van [perceelnummer 1] en het feit dat [perceelnummer 2] , in afwijking van het bepaalde in de vier koopovereenkomsten, buiten de splitsing en de leveringen zou worden gehouden én bij klager expliciet te verifiëren of hij hiermee instemde, aldus de kamer.
5.4.
Blijkens de – door klager overgelegde – gebruikersvoorwaarden van het kadaster wordt een notaris bij het indienen van een verzoek tot splitsing geacht te handelen als gevolmachtigde van de perceelseigenaar. Op de zitting in hoger beroep heeft de notaris verklaard dat hij ervan uit mocht gaan dat hij een volmacht van klager had om het terrein te splitsen, omdat uit de intentieovereenkomst volgde dat klager zich door [bedrijf 1] liet vertegenwoordigen bij de ontwikkeling van het terrein. In aanvulling hierop heeft de notaris gesteld dat, omdat [bedrijf 1] de gml-tekening aan hem had aangeleverd, hij mocht aannemen dat [bedrijf 1] de gmltekening aan diens opdrachtgever (klager) bekend had gemaakt.
5.5.
Het hof is net als de kamer van oordeel dat de notaris bij klager nadrukkelijk had moeten nagaan of klager instemde met de bij het verzoek tot splitsing in te dienen gmltekening. Het feit dat klager zich vanwege fiscale motieven (voorkoming btw) niet wilde bemoeien met de ontwikkeling van de nieuwbouw, wil niet zeggen dat hij niet geïnformeerd hoefde te worden over de splitsing. De klacht gaat om de ligging van de perceelsgrens en zonder bijkomende feiten en omstandigheden, die niet zijn aangevoerd, kan ervan worden uitgegaan dat een discussie daarover niet leidt tot verschuldigdheid van btw door klager. Klager had geen rol in de nieuwbouw, maar was wel een partij bij de levering. Bovendien vormde de vaststelling van de grens tussen het verkochte en het aan hem in eigendom verblijvende perceel voor hem een persoonlijk belang.
Daargelaten of er een (mondelinge) volmacht was of niet, van een zorgvuldig handelend notaris mag worden verwacht dat hij voorafgaand aan de splitsing de gmltekening voor akkoord zou toesturen aan klager als eigenaar van het terrein. De notaris had – nu hij door het kadaster als gevolmachtigde van de perceelseigenaar wordt beschouwd – bij de eigenaar moeten verifiëren of het verzoek tot splitsing correct was. De aanname van de notaris dat [bedrijf 1] de gmltekening vooraf aan klager bekend had gemaakt volstaat hiervoor niet. Ten slotte merkt het hof op dat, anders dan de notaris stelt, het niet relevant is dat de perceelsgrenzen op de gmltekening gelijk zouden zijn aan die op de [bedrijf 2] -tekening en op de verkooptekening. De notaris heeft nagelaten na te gaan of klager instemde met de bij het verzoek tot splitsing in te dienen gmltekening en heeft klager daarmee de mogelijkheid ontnomen om bezwaar te maken tegen de tekening. Het hof is van oordeel dat de notaris op dit punt onzorgvuldig heeft gehandeld.
5.6.
Daarbij komt het volgende. Vast staat dat de notaris de vier koopovereenkomsten heeft opgesteld. In deze overeenkomsten staat vermeld dat de te leveren bouwkavels worden gevormd uit een gedeelte van twee percelen ( [perceelnummer 1] en [perceelnummer 2] ). Deze koopovereenkomsten vormen de titel voor de akten van levering. In de volmacht van 6 februari 2019 en in de akten van (economische en juridische) levering worden de bouwkavels aangeduid met hun nieuwe kadastrale nummers ( [perceelnummer 4] , [perceelnummer 5] , [perceelnummer 6] en [perceelnummer 7] ). Het hof merkt op dat de notaris, als opsteller van al deze documenten, heeft moeten onderkennen dat er een verschil zat tussen hetgeen in de koopovereenkomsten en hetgeen in de daarop volgende documenten stond vermeld. Naar het oordeel van het hof had de notaris, gezien zijn informatieplicht, bij het toesturen van de volmacht en/of de (concept-)akten van levering klager moeten informeren over de afwijking van de koopovereenkomsten en erop moeten wijzen dat, anders dan in de koopovereenkomsten was vermeld, de bouwkavels uit één perceel ( [perceelnummer 1] ) werden gevormd in plaats van uit twee percelen ( [perceelnummer 1] en [perceelnummer 2] ). Nu de notaris dit niet heeft gedaan, is het hof van oordeel dat de notaris ook op dit punt onzorgvuldig heeft gehandeld.
5.7.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat het hof van oordeel is dat de notaris niet in voldoende mate aan zijn informatieplicht heeft voldaan. Het hof acht daarom, net als de kamer, de klacht gegrond. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.
Maatregel
5.8.
Het hof is van oordeel dat de notaris door zijn hiervoor geschetste handelwijze niet heeft gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt. De notaris heeft verzaakt in de op hem rustende plicht om zijn cliënt(en) adequaat te informeren. Dit valt hem tuchtrechtelijk aan te rekenen. Het hof acht, evenals de kamer, de maatregel van waarschuwing in dit geval passend en geboden.
Kostenveroordeling
5.9.
Per 1 januari 2021 is de Richtlijn kostenveroordeling notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer Gerechtshof Amsterdam 2021 (Staatscourant 2020, nr. 67513) in werking getreden.
5.10.
Omdat het hof de klacht gegrond verklaart en de notaris ook een maatregel oplegt, wordt de notaris veroordeeld in de volgende kosten in hoger beroep:
a. a) € 50,- kosten van klagers;
b) € 1.050,- kosten van klagers in verband met door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
c) € 2.000,- kosten van behandeling van de klacht door het hof.
Er zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld of gebleken die aanleiding geven tot een andere beslissing.
5.11.
De notaris dient de kosten van klagers in hoger beroep binnen vier weken na deze uitspraak aan klagers te voldoen. Klagers geven hiervoor een rekeningnummer op aan de notaris.
5.12.
De notaris dient de kosten van behandeling van de klacht in hoger beroep te voldoen aan het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (hierna: LDCR). De termijn waarbinnen en de wijze waarop de kosten moeten worden voldaan, worden door het LDCR schriftelijk aan de notaris meegedeeld.
5.13.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat het hof, evenals de kamer, van oordeel is dat de klacht van klagers gegrond is en dat aan de notaris de maatregel van waarschuwing moet worden opgelegd. Het hof zal de beslissing van de kamer, met inbegrip van de proceskostenveroordeling, daarom bevestigen.

6.Beslissing

Het hof:
- bevestigt de bestreden beslissing;
- veroordeelt de notaris tot betaling aan klagers van hun kosten in hoger beroep, bestaande uit € 50,- aan kosten klagers en € 1.050,- aan kosten rechtsbijstand, in totaal € 1.100,-, binnen vier weken na vandaag;
- veroordeelt de notaris tot betaling van € 2.000,- aan kosten van behandeling van de klacht in hoger beroep, te betalen aan het LDCR op de wijze en binnen de termijn als door het LDCR aan de notaris wordt meegedeeld.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.W.M. Tromp, C.H.M. van Altena en S.V. Viveen en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2022 door de rolraadsheer.