In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1966, was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal en heeft opnieuw hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 15 februari 2021. Het hof heeft de bekennende verklaring van de verdachte in hoger beroep in aanmerking genomen en heeft het vonnis van de politierechter gedeeltelijk vernietigd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, maar het hof heeft de straf aangepast naar één week gevangenisstraf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en haar bekennende verklaring. Het hof heeft ook de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen beoordeeld. De vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand is gedeeltelijk toegewezen voor twee weken, terwijl de vordering voor een andere voorwaardelijke straf volledig is toegewezen. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte.