ECLI:NL:GHAMS:2022:3076

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2022
Publicatiedatum
31 oktober 2022
Zaaknummer
23-002143-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter met betrekking tot strafoplegging en verkeersdelicten

Op 17 oktober 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 9 juli 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die werd aangeklaagd voor verschillende verkeersdelicten. Het hof heeft het vonnis van de politierechter gedeeltelijk vernietigd, specifiek ten aanzien van de strafoplegging. De verdachte, geboren in 1994, was in eerste aanleg veroordeeld tot een bepaalde straf, maar het hof heeft deze straf herzien.

In de uitspraak heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, een geldboete van € 500,00 en tien dagen hechtenis, waarbij de hechtenis kan worden vervangen door een geldboete bij gebreke van betaling. Daarnaast is de verdachte voor de duur van zes maanden ontzegd om motorrijtuigen te besturen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter voor het overige bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn gedaan.

De relevante wettelijke voorschriften die in deze zaak zijn toegepast, zijn onder andere de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, E.C. van Eijck van Heslinga, en is openbaar gemaakt op 1 november 2022.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-028835-21
parketnummer hoger beroep : 23-002143-21
TEGENSPRAAK(gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 17 oktober 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 juli 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte01]
voornamen: [verdachte01]
geboren: op [geboortedatum01] 1994 te [geboorteplaats01]
adres: [adres01] .

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 23, 24, 24c, 57, 62 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 7, 9, 176, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging, en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Gewezen door mr. D. Radder, in bijzijn van E.C. van Eijck van Heslinga, griffier.
mr. D. Radder