ECLI:NL:GHAMS:2022:3757

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 augustus 2022
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
23-000142-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake overtreding van de Wegenverkeerswet 1994

Op 8 augustus 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 18 januari 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 29 juni 2021 in Nederland een overtreding heeft gepleegd van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast is de verdachte voor de duur van twee jaren de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen, met een voorwaardelijke ontzegging van negen maanden. De beslissing van het hof houdt in dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. A. Ivanov.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-175502-21
parketnummer hoger beroep : 23-000142-22
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 8 augustus 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 18 januari 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
gepleegd
op 29 juni 2021 in Nederland.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 163, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
2 (twee) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. D. Radder, in bijzijn van mr. A. Ivanov, griffier.
mr. D. Radder