ECLI:NL:GHAMS:2022:3759

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 augustus 2022
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
23-000655-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep wegens het ontbreken van grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 augustus 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die niet-ontvankelijk werd verklaard. De verdachte had geen schriftelijke grieven ingediend en er waren ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, dat op 31 maart 2021 was gewezen. De rechtbank had eerder geoordeeld in de zaken met parketnummers 10-047456-21 en 10-652009-18. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang was dat een verder onderzoek van de zaak rechtvaardigde. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing werd genomen door mr. D. Radder, in bijzijn van mr. A. Ivanov, griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummers eerste aanleg : 10-047456-21 en 10-652009-18 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-000655-22
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdende te Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 8 augustus 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 31 maart 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte – gehoord de advocaat-generaal – niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. D. Radder, in bijzijn van mr. A. Ivanov, griffier.
mr. D. Radder