Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Aanvullend bewijsmiddel
de verdachte[doorgenummerde pagina’s 17-18]:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 juni 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1984 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin hij was veroordeeld voor drugshandel. Tijdens de zitting in hoger beroep op 3 november 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van de eerdere straf. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een aanvulling op de bewijsmiddelen en de strafmotivering. Het hof heeft de bewijsoverwegingen van de rechtbank grotendeels overgenomen, maar een specifieke zin geschrapt en de strafmotivering verder toegelicht. De verdachte had drugs in zijn koffer aangetroffen, waarvoor hij een aanzienlijke som geld zou ontvangen. Het hof heeft de LOVS-oriëntatiepunten voor strafoplegging in acht genomen en geconcludeerd dat de omstandigheden van de verdachte niet voldoende afwijkend zijn om een lagere straf op te leggen. De eerdere veroordelingen van de verdachte voor opiumdelicten zijn ook meegewogen in de beslissing. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de aangebrachte aanvullingen.