Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 20 december 2022 in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 januari 2022. De zaak betreft meerdere strafzaken, aangeduid als zaak A, B en C, met parketnummers 13-218650-21, 13-228309-21 en 13-272670-21. De verdachte, geboren in 1966, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 6 december 2022 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte voor feit 3 in zaak B zal worden vrijgesproken, maar voor de overige feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf weken, waarvan drie weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, maar met enkele verbeteringen in de gronden. Dit betreft onder andere correcties in de aanduiding van de zaken en de bewijsmiddelen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een gebiedsverbod had voor het gebied Amsterdam Zuidoost, dat hij overtrad door zich daar te bevinden. Het hof heeft de bewijsmiddelen en de kwalificatie van de feiten zorgvuldig beoordeeld en de nodige aanpassingen gedaan. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.