ECLI:NL:GHAMS:2022:3934

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
30 juni 2024
Zaaknummer
23-001076-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake wederspannigheid met lichamelijk letsel

Op 16 november 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 7 april 2022 was gewezen. De zaak betreft de verdachte die op 11 maart 2022 in Amsterdam werd beschuldigd van wederspannigheid, waarbij het misdrijf of de daarmee gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de beslissing ter zake van het onder 2 tenlastegelegde. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van twee weken. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de benadeelde partij, ter hoogte van € 104,60, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de aanvangsdatum op 11 maart 2022. De vordering van de benadeelde partij voor het overige is afgewezen. Het hof heeft ook bepaald dat de duur van de gijzeling maximaal twee dagen bedraagt, en dat indien de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt. De uitspraak is gedaan door mr. S.M.M. Bordenga, in bijzijn van mr. S.W.H. Bootsma, griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-062276-22
parketnummer hoger beroep : 23-001076-22
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 16 november 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 april 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
wederspannigheid, terwijl het misdrijf of de daarmee gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben.
Gepleegd
feit 1:
op 11 maart 2022 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De artikelen 36f, 180 en 181 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 104,60 (honderdvier euro en zestig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 104,60 (honderdvier euro en zestig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 2 (twee) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 11 maart 2022.
Gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, in bijzijn van mr. S.W.H. Bootsma, griffier.
mr. S.M.M. Bordenga